Van dinsdag 21 april tot en met donderdag 30 april 2015 zijn we met 24 personen vogels gaan kijken in Noord Griekenland. Het Noordoosten van Griekenland behoort tot één van de vogelrijkste gebieden van Europa. De vogelrijkdom wordt verklaard door de strategische ligging (enerzijds op de trekroutes van oost naar west en van noord naar zuid en anderzijds de menging van Europese en Aziatische soorten) en door de variatie aan landschappen. Ornithologisch gezien is Griekenland van essentieel belang voor acht soorten vogels, die wereldwijd als bedreigd te boek staan: Kroeskoppelikaan, Witoogeend, Witkopeend, Bastaardarend, Keizerarend, Kleine Torenvalk, Dunbekmeeuw en Audouin’s Meeuw. Verder zijn er een aantal bijzondere soorten, die maar in een beperkt gebied in Zuidoost Europa voorkomen: Balkansperwer, Steenpatrijs, Griekse Spotvogel, Rüppels Grasmus, Balkanvliegenvanger, Maskerklauwier, Rouwmees, Grote Rotsklever, Zwartkopgors en Bruinkeelortolaan. De fraaie Sporenkievit bereikt in Noordoost Griekenland zijn meest westelijke verspreiding. Verder is nog vermeldenswaardig dat Griekenland de belangrijkste wereldpopulatie van de Eleonora’s Valk heeft. Tenslotte: Noordoost Griekenland is de landstreek binnen Europa waar het grootste aantal soorten roofvogels voorkomen.
Griekenland heeft geen goede natuurbeschermingstraditie en in de winter wordt overal gejaagd (en veel geschoten op alles wat beweegt). Intensivering van de landbouw gaat nog steeds vaak gepaard met het verwijderen van bosjes en hagen en een intensiever gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Ook worden nog steeds (illegaal) wetlands gedraineerd. Als gevolg van deze ingrepen neemt het aantal wilde planten, insecten en reptielen sterk af, en daarmee de voedselbron voor veel vogels.
De jacht is in Griekenland nog steeds alom aanwezig. Relatief veel Grieken zijn in het bezit van een jachtvergunning. Ook beschermde vogelsoorten worden afgeschoten, waarvan ook roofvogels het slachtoffer zijn. Hier en daar wordt illegaal gejaagd, vooral buiten de natuurreservaten. In de praktijk is de verstoring die veroorzaakt wordt door jachtpartijen schadelijker dan het afschieten van vogels zelf. Behalve de jacht met geweren wordt ook nog illegaal met lijmstokken gewerkt. Het is jammer dat veel Grieken de vogelwereld nog steeds zien als bron van exploitatie. Tenslotte zijn aasetende roofvogels (o.a. Gieren, Raven en Steenarenden) regelmatig het slachtoffer van vergiftigd aas dat wordt uitgelegd ter bestrijding van Wolven, Jakhalzen en Vossen.
Het reisprogramma zag er als volgt uit:
01 Dinsdag 21 april Uden – Weeze – Thessaloniki – Lake Kerkini – Hotel Villabelles
02 Woensdag 22 april Boottocht en rondgang Lake Kerkini – Hotel Villabelles
03 Donderdag 23 april Lake Kerkini – Hotel Villabelles
04 Vrijdag 24 april Kerkini – Vrontou – Keramoti – Hotel Hellas
05 Zaterdag 25 april Keramoti – Nestos delta-Keramoti – Hotel Hellas
06 Zondag 26 april Keramoti – Porto Lagos-Dadia gebergte – Hotel Isidora
07 Maandag 27 april Dadia gebergte – Hotel Isidora
08 Dinsdag 28 april Evros delta – Hotel Isidora
09 Woensdag 29 april Evros delta – Hotel Isidora
10 Donderdag 30 april Evros delta – hessaloniki – Weeze – Uden
Dinsdag 21 april 2015 (dag 1)
Tweeëntwintig personen stonden keurig op tijd om 13.30 uur bij de Groenhoeve in Uden om met een busje naar het vliegveld van Weeze te gaan. Onder een stralend zonnetje bereikten we Weeze en konden Hans Brouwers en Annelies Timmerman begroet worden, zij waren rechtsreeks naar Weeze gekomen. Het inchecken ging gemoedelijk. In het vliegtuig hebben we aan iedereen gevraagd hoeveel soorten we gaan zien tijdens deze reis. Dit varieerde van 186 soorten naar 245 soorten. Elke avond wordt de soortenlijst opgemaakt en zal gezien worden wie het er het dichtst bij zit. Na een vlucht van zo’n 2,5 uur bereikten we Thessaloniki, dat in het noorden van Griekenland ligt. De hoteleigenaar Alex van ons eerste hotel wachtte ons al op.
Onze drie busjes moesten echter eerst opgehaald worden. Hiervoor werden chauffeurs en bijrijders naar het verhuurbedrijf gebracht, een klein kwartier rijden vanaf het vliegveld. Twee Volkswagenbusjes en een Fiatbusje zouden de komende tien dagen ons vervoer zijn. Ondertussen werden Vale Gierzwaluwen waargenomen bij het vliegveld. De eerste soort staat op de teller. Bij het vliegveld waren spoedig de busjes gevuld en konden we achter onze hoteleigenaar aanrijden naar hotel Villa Belles aan het Kerkinimeer. Het hotel ligt noordelijk in de buurt van Akritochori. Helaas was het donker, zodat we geen idee hebben van het landschap. Na twee uur rijden bereikten we het hotel. Om 23.30 uur plaatselijke tijd hebben we gegeten waarna iedereen snel het bed in kroop. Het Kerkinimeer is door zijn geringe diepte en een rijke begroeiing een van de beste vogelmeren in Griekenland.
Het meer ontstond in 1932 door de bouw van een stuwdam in de Strymonrivier. Door de aanvoer van enorme hoeveelheden sediment (zand, grind en klei) afkomstig uit het Bulgaarse achterland en door de rivier afgezet in het stuwmeer is in het mondingsgebied een uitgestrekte ondiepte ontstaan, die begroeid raakte met Wilgen- en Zeggevegetaties. De visrijkdom in combinatie met Wilgenmoerassen zorgde voor grote reigerkolonies. Verder zijn er o.a. broedkolonies van Dwergaalscholver en Lepelaar. Grote drijvende velden van Waterlelie, Kleine Plomp en Waternoot bieden broedgelegenheid aan Witwangsterns, Zwarte Sterns en Futen. In 2002 is er een houten platform aangebracht in het meer, waarop de zeer zeldzame Kroeskoppelikaan (geschatte wereldpopulatie van 14.000 vogels) kan gaan broeden. Op dit moment broeden er zo’n honderd Kroeskoppelikanen.
Woensdag 22 april 2015 (dag 2)
Bij het ontwaken zien we hoe mooi het hotel is en hoe mooi gelegen. Vanaf het balkon kijk je op het Kerkinimeer. Met een telescoop zien we al de eerste Kroeskoppelikanen, Lepelaars en Dwergaalscholvers. We hebben vanochtend de omgeving al verkend alvorens we om 7.30 uur ontbijten. Op de parkeerplaats van het hotel zit een Cirlgors opvallend te zingen, prachtig! Ook de Grauwe Gors liet zich mooi zien in het eerste zonlicht.
Voordat we naar Kerkini reden om daar een boottocht over het Kerkinimeer te maken, vloog nog een Zeearend over. Nikalaos kwam ons ophalen om naar Kerkini te gaan. Nikalaos is ook een hoteleigenaar, maar daarnaast verwoed vogelaar. Omdat zijn hotel vol was, werd dit hotel door hem aanbevolen. Een geweldige keuze, het hotel is geweldig, alles doet het (wat niet altijd het geval is in Griekenland), goed eten en een geweldige service, een aanbeveling. Twee bootjes lagen gereed om ons over het Kerkinimeer te varen. We hebben zo’n 2,5 uur gevaren. Helaas was het niet echt warm, een koude wind zorgde voor een frisse bries. Ondanks dit hebben we veel gezien. Eerst werden we naar de platforms gevaren waar een honderdtal Kroeskoppelikanen zitten en enkele Roze Pelikanen. Hierna zijn we het Broekbos ingegaan. Wat opviel was de grote hoeveelheid Kwakken, Dwergaalscholvers en gewone Aalscholvers. Verder zagen we over het water Ralreiger, Visdief, Witwangstern en Zwarte Wouw. Na de boottocht hebben we in Kerkini inkopen gedaan voor het middageten.
Voor het kleine winkeltje was een picknickplek. Ondanks het koudere weer en een spatje regen beviel het eten goed. Maar liefst tien broden zijn opgegaan. Na de middagpauze zijn we naar Mandraki haven gegaan. Vanaf de kant kijk je op het Kerkinimeer. Zomertaling, Ralreigers, Futen en Dodaars waren hier goed te zien. We vervolgen ons pad noordelijk van het Kerkinimeer en slaan bij Vironia rechtsaf om parallel aan de Strimona rivier te rijden. Eerst aan de ene zijde van de stroom en toen over een smal bruggetje naar de andere zijde. Het gezang van de Nachtegalen is overweldigend.
We zien ook een kolonie Oeverzwaluwen. Door de rivier wordt veel zand afgezet langs de oever en niet alleen in het meer. We rijden naar de Buffalo ranch. Een avontuur om hier te komen. Het heeft in de winter veel geregend, zodat nog niet alle paden mooi zijn om te rijden. We zien enkele Duinpiepers en Tapuiten. Echter de trek is nog niet goed aan gang. Geen Bijeneter te zien op dit moment. Zowel Ooievaar als Zwarte Ooievaars vliegen voorbij. Bij het zogenaamde Zwarte Ibis gebied zien we geen Zwarte Ibissen, wel veel Spaanse mussen, meer dan we in Spanje meestal zien. We zouden rond het Kerkinimeer rijden, maar het werd al laat, zodat besloten werd om via de oostelijke route weer naar ons hotel te gaan. Na het eten werd er gelijst en de teller kwam op 94 soorten.
Donderdag 23 april 2015 (dag 3)
We begonnen de dag niet al te goed na het ontbijt. De band van Koos zijn auto bleek stuk te zijn. Het verwisselen ging niet zo makkelijk, zodat we ruim een uur later dan gepland richting de moerassen van Strimonas zijn gegaan. Er zijn wat natte stukken, maar de rest is rivierduin, zand met schaarse begroeiing. Hier wel mooie soorten gezien zoals Duinpieper, Paap en Kuifleeuwerik. Het moeras bracht ons bij de Purperreigers, Kleine en Grote Karekiet, Watersnip en Rietzanger. Aan de overzijde van de weg konden we een weg in die de heuvels in ging richting Bulgarije. Ook hier reden we parallel aan de Strimona, die hier smaller en dus ook wilder is. In de heuvels zagen we mooi de Oostelijke Blonde Tapuit.
Tijdens het rijden langs een wilgenstruweel ontdekte Annelies het nestje van een Buidelmees. Uiteraard hiervoor gestopt. Het nestje hangend aan het uiteinde van een wilgentak wiebelt mooi heen en weer met het waaien van de wind. De Buidelmees liet zich enkele ogenblikken zien. Volgens de reisbeschrijving was er rond Promachonas het een en ander te zien. Dit ligt tegen de Bulgaarse grens aan. Het dorpje is zo klein dat het zelfs geen winkeltje had. Navraag in het dorp leerde ons dat aan de Bulgaarse grens een Minimarket gelegen is. Het was echter niet veel. Toch hebben we alle gesneden brood opgekocht en zijn iets buiten Promachonas gaan picknicken. Een mooi plekje met een zeer oude statige boom en stromend water. Er zat wel een greppel in het plaveisel om dit water af te voeren. Als dit maar goed gaat. En neen het ging niet goed. Lenie schoot in de greppel en had haar voet lelijk bezeerd. Iets verder gereden kwamen we in een oud bos terecht. Opeens een geschreeuw in de portofoons, er zat een Maskerklauwier. Gestopt, gelukkig wel gezien, maar niet heel mooi. We besloten om een eind te gaan wandelen in het bos. Heel ver kwamen we echter niet, het pad liep dood. Teruggekomen bij de auto´s liet de Maskerklauwier zich nu wel mooi zien. Op het programma stond om naar Sidirokastro te gaan. Dit is een bergachtige omgeving.
eIets omhoog rijdend zagen we al meteen de Blauwe Rotslijster zitten. Deze zit altijd hoog op de toppen en dus goed te zien. Er zou ook een waterval moeten zijn, deze hebben we echter gemist. Bij de afslag naar Fea Petra zijn we gestopt en hebben bij een kapelletje de omgeving verkend. Een schaapherder met schapen en honden kwam voorbij. Toch was de oogst hier niet groot, een Bonte Vliegenvanger en een Vink konden we noteren. Iets verder de bergen in kwamen we bij Achladori. Op het centrale pleintje hebben we een ijs gegeten onder het nest van een Ooievaar met jongen. Ontzettend veel Huis– en Roodstuitzwaluwen vliegen hier rond. Het werd al later, zodat we dezelfde weg terug gingen.
Bij een afgrond hebben we nog even gestopt en zagen daar mooi de Rotszwaluwen rondvliegen. Ook liet een Baardgrasmus zich mooi op de foto zetten. In Sidirokastro zou bij een ijscoverkoper de Rotsklever te zien zijn. Eerst zijn we fout gereden, maar weldra kwamen we bij een steile klif midden in het dorp, waar we al snel de broedende Rotsklever zijn nestbouw konden bewonderen. Ook hier liet de Blauwe Rotslijster zich weer goed zien. Het eten was weer voortreffelijk en de teller kwam op 116 soorten.
Vrijdag 24 april 2015 (dag 4)
Vandaag een lange weg naar Keramoti, we zeggen ons mooie hotel en de eigenaars vaarwel. Eerst gaan we nog naar Mandraki haven om een laatste blik te werpen op het Kerkinimeer. We hoorden eindelijk een Wielewaal en zagen mooi de Kroeskop– en Roze Pelikanen. Ralreigers zijn hier vlakbij te bewonderen, evenals de vele baltsende Futen. Volgens de kaart was er een weg via Achladori waar we gisteren geweest waren over de bergen naar Keramoti.
Dit geprobeerd, maar we kwamen al snel op onverharde wegen uit met gaten waar bijna een auto in past. Helaas zelfde weg terug en richting Serres aanhouden. Bij Serres kan je naar het skicentrum Lailias op de berg Vrontou. Lailias ligt op een hoogte van 1.800 meter. Helaas misten wij in bus 1 de Rode Rotslijster die de andere busjes wel gezien hadden.
Onderweg op een mooi veld gepicknickt, het was er wel fris. Vuurgoudhaan en Zwarte Mees lieten zich zien. Weinig roofvogels, waarschijnlijk was de harde wind hier debet aan. Bij het skicentrum aangekomen zagen we nog resten sneeuw liggen. In de naaldbomen zaten in de top enkele Kruisbekken, verder was het rustig.
Bij een snelstromend water nog een Grote Gele Kwikstaart waargenomen en verschillende reeën. We daalden af door de bergen naar Keramoti wat aan de kust gelegen is. Een klein dorpje, waar onze komst niet ongezien was.
Op een gegeven moment reed een auto ons voorbij en bracht ons naar de juiste plek. Het hotel was mooi gelegen, daar was ook alles mee gezegd. Na het inkwartieren hebben we onder gezelschap van de nodige muggen nog een wandeling gemaakt langs de zee. Dit leverde toch weer nieuwe soorten op zoals Roodpootvalk en Scholekster. Het avondeten was in het dorpje in een bar. Ook hier moesten we goed zoeken om uiteindelijk Griekse frietjes en gyros te krijgen. Ook hier weer gelijst, waarbij de teller op 137 soorten kwam.
Zaterdag 25 april 2015 (dag 5)
Na een koude nacht besloten we om na het ontbijt naar de Eratinolagune te gaan. Dit ligt voorbij het vliegveld aan de zee. Eerst reden we door een intensief gebruikt landbouwgebied. Alle delta´s bestaan uit rivierkleiafzettingen en zeer in trek bij de landbouw. Tot aan het brak water wordt hier verbouwd. We zagen in dit gebied veel Balkankwikstaarten. Aangekomen bij het brakke water zagen we Steltkluut, Zomertaling en veel Zwarte Ruiters.
Het pad gevolgd langs de kust tot aan een vissershut. Hier zagen we mooi dolfijnen en vlakbij een koppel Roodkeelduikers op het vlakke zeeoppervlak. Ook een Wulp liet zich hier goed zien. Op weg naar Chrissoupoli hebben we inkopen gedaan bij een zeer grote supermarkt. Hierna zijn we naar café Nestos gegaan. Hier ligt een rivierbos langs de Nestos. Dit is een rivier die ontspringt in Bulgarije en zo’n 234 kilometer verder uitmondt in zee. Vroeger was de rivier omzoomd door bossen, helaas is veel verloren gegaan door de omzetting naar landbouwgebied. Het stuk bij café Nestos is nog bewaard gebleven en hier hebben we gewandeld. Dit leverde een Grote Bonte Specht op en mooi een Wielewaal.
Aan de andere zijde van de Nestos ligt een lagunegebied genaamd Porto Lagos. Om hier te komen moeten we wel weer naar de snelweg, dit is de enige manier om over de Nestos te komen. Bij het moeras van Mandra hebben we gepicknickt. Wat vervallen huisjes met terras boden een mooi plekje voor ons om de boterham te nuttigen. Het moeras was echter leeg en niet de moeite waard. We zijn naar de zoutpannen gereden. Aan een bewaker vroegen we of we mogen rondrijden. Dit mocht echter de rondweg volgens de beschrijving was er niet. Al gauw hield de weg op en konden we niet verder. De zoutpannen afgetuurd met de telescoop gaf ons enkele Flamingo’s, Groenpootruiters en twee Temminck Strandlopers. Toen we het terrein afreden vlogen twee Grielen op. Deze gingen iets verderop landen en konden nog mooi door iedereen gezien worden.
In Porto Lagos bij het Westbos over zee gekeken. We zagen enkele soorten meeuwen, toch viel het tegen. Aan de andere zijde van Porto Lagos ligt de Daliani lagune. Hier ligt een weg door die leidt naar een viskwekerij. De vijvers zijn afgeschermd met netten, waar helaas veel dode reigers in hangen. Een andere weg in de lagune bracht ons echter waar we voor kwamen. Op een eilandje langs het water zagen we onder andere Zwarte Stern, Reuzenstern, Zwarte Ruiter, Temminck Strandloper, Poelruiter, Zomertaling, Kluut, Kemphaan en Vorkstaartplevier.
We zijn teruggereden naar Mandra en hebben hier de lagunes aan de kust gevolgd. De weg gaat door twee lagunes heen. Hier ook zeer veel vogels vlakbij te zien. Soorten als Bosruiter, Grutto, Lepelaar en Krombekstrandloper. Bij een vakantiekolonie langs de kust vlogen twee Kuifkoekoeken, die uiteindelijk door iedereen gezien zijn. Het werd al laat en we moesten helemaal terug naar ons hotel in Keramoti. Besloten werd om eerst nog langs een steengroeve te gaan, hier zou een Steenuil moeten zitten. We hebben echter de groeve niet gevonden. Tegen schemering kwamen we bij ons hotel aan en recht voor ons zagen we een Steenuil op een paal zitten. Toch gezien dus. Het lijsten leverde 173 soorten op.
Zondag 26 april 2015 (dag 6)
We namen zonder weemoed afscheid van het hotel. We besloten om eerst nog een lagune te bezoeken in de buurt, de Agiasmalagune. Hier heb je uitgestrekte rietvelden en dus zagen we de typische rietvogels als Baardman, Kleine Karekiet, Grote Karekiet en Rietgors. Langs de zee hebben we niet zoveel gezien.
Van hieruit zijn we naar de kloof van Nestos gegaan. De Nestos heeft hier de berg doorsneden, waardoor er een mooie kloof gevormd is. Bij de parkeerplaats zaten mooi Roodstuitzwaluwen en Rotszwaluwen in een plasje hun metselmortel bijeen te verzamelen. Deze waren mooi te fotograferen, zeker vanuit de houten verkoophut die er stond. Martien maakte hier dankbaar gebruik van. Een smal pad ging langs de bergwand waar een enkeling van ons naar boven gelopen is. Zij werden wel beloond met een Grijze Gors.
Vanuit Toxotes gaat ook een route de bergen in die ons naar een hoogte brengt van 900 meter. Op de top komen we aan bij een weersstation. Hier zien we ineens Ad en Mignon die ook op vakantie zijn in dit deel van Griekenland. Het uitzicht is geweldig, soms is het open, maar ook mistflarden komen voorbij, die het zicht danig verslechteren.
We zien mooi onze eerste Vale Gier voorbij vliegen. Bij een ruïne zien we nog een Smaragdhagedis waarbij het felle groen en blauw opvallend zijn. Terugrijdend zijn we halverwege gestopt bij een mooi vlak stukje om te picknicken. Het eten werd onderbroken door maar liefst twee Steenarenden die redelijk dichtbij overvlogen. Door de bergen zijn we richting Loutros gegaan wat in de Evrosdelta ligt. We zijn de snelweg afgegaan om naar Nipsa te gaan. Hier moet een steengroeve liggen, maar blijkbaar hebben we geen goed oog voor steengroeven. We hebben de groeve niet gezien. Wel zat vlakbij de weg een Koekoek.
De omgeving is hier prachtig en we zien veel Roodkopklauwieren, Grauwe Klauwieren en Grauwe Gorzen. In de buurt van Loutros zien we opeens grote vogels rondcirkelen. Gelukkig gingen ze vlak voor ons op de grond zitten en hadden we een mooi zicht op de Monniksgieren. Ook kwam een Steenarend er bij zitten, waar vind je nog zoiets? We waren nu vlakbij ons hotel Isidora, maar besloten toch eerst nog naar een gebied te gaan waar de Izabeltapuit zou moeten zitten.
Deze hebben we niet gezien, echter wel veel andere vogels zoals Steenuil, Kalanderleeuwerik en wel vijftig Spaanse Mussen. In het hotel werden we hartelijk onthaald. Het zag er allemaal verzorgd uit en ook het eten was er prima. Een aanrader voor volgende keren. Ook hier hebben we na het eten de lijst opgemaakt en kwamen op 184 soorten. De eerste afvallers van de soortenwedstrijd kwamen in zicht.
Maandag 27 april 2015 (dag 7)
Vandaag brengen we een bezoek aan de Evrosdelta. De Evrosdelta is het meest oostelijk gelegen wetland in Griekenland waar vogels te zien zijn die je in de rest van Griekenland niet kunt tegenkomen, zoals Sporenkievit en Izabeltapuit. Het ligt ook op een oostelijke trekroute, zodat er ooit verrassende soorten te zien zijn als Woestijnplevier, Kaspische Plevier en Steppekievit. Tegen de grens van Turkije aangelegen is het natuurgebied zo’n 188 vierkante kilometers groot. In de jaren vijftig zijn er grote waterplompstations gebouwd ten behoeve van de landbouw en heeft het gebied enorm in natuurwaarde ingeboet. Ondanks dat het uitgeroepen is in 1974 tot een beschermd wetland in het kader van de Ramsar-richtlijnen kent het gebied nog steeds grote bedreigingen, zoals overbejaging, overbevissing, huizenbouw. Vooral het gebrek aan zoet water in zomer en najaar maakt het gebied minder interessant voor vele vogels. Het gebied is opgedeeld in een westelijk en oostelijk deel. Het oostelijke deel is alleen met toestemming te bezoeken. We hebben deze toestemming geregeld en gaan woensdag dit gedeelte bezoeken. Het drainagekanaal is de scheidslijn tussen het westelijke en oostelijke deel. Vandaag dus een gedeelte van het westelijke deel.
Om morgen in het oostelijk deel van de Evrosdelta te komen hebben we al maanden geleden een vergunning aangevraagd. Deze zou bij het bezoekerscentrum in Loutros opgehaald kunnen worden. Dit is op loopafstand van ons hotel gelegen. Echter de vergunning was nog steeds niet binnen. We gaan vandaag de heuvels in om naar Dadia te gaan. Op weg hier naar toe komen we voorbij Provatonas bij de moerassen van Thia Maria. We konden echter niet door het gebied rijden omdat de weg helemaal onder water stond. Jammer, aan de rand van het gebied zagen we zowel Ooievaars als Zwarte Ooievaars overvliegen. Op het water zat een Zomertaling en Vorkstaartplevieren vlogen voorbij. Op weg naar het Dadiabos. Het bos heeft de reputatie het beste roofvogelbos van Europa te zijn. 36 roofvogels van de 39 voorkomend in Europa zijn hier te bewonderen. De Monniksgier was dramatisch in stand terug uitgegaan. In 1980 waren er nog een 25 over. Het WWF heeft toen verschillende gronden opgekocht, waterpoelen aangelegd en drie voederplekken opgericht. Er zijn nu zo’n 100 Monniksgieren, waarvan 25 broedparen. Er zijn twee fantastische plekken, Kapsalo (of Lefkimi) radiomast en het Dadiacentrum. Voordat we het bezoekerscentrum bereikten zagen we nog een Schreeuwarend met een Smaragdhagedis in de bek.
Bij het bezoekerscentrum kun je naar de schuilhut gaan waar de gieren bijgevoederd worden. Dit gebeurt met busjes, we kunnen er dus niet zelf naar toe rijden. In twee groepen gingen we met het busje door de bossen naar boven om bij de schuilhut uit te komen. Van hieruit heb je een mooi zicht op de voederplek. We hadden geluk: twee Aasgieren, twee Monniksgieren en diverse Vale Gieren konden we bewonderen.
Je kan met het busje weer naar beneden gebracht worden naar het bezoekerscentrum, maar wij kozen ervoor om per voet naar beneden te gaan. De Balkanbergfluiter hebben we zo mooi kunnen zien. We zijn via de bossen richting Loutros gegaan. Bij de brug van Pessani hebben we echter gestopt om daar enkele soorten waar te nemen. Dit lukte, hier hadden we de Kleine Bonte Specht, Balkanbergfluiter en de Rouwmees. Na het eten weer gelijst en nu 192 soorten waargenomen.
Dinsdag 28 april 2015 (dag 8)
We beginnen bij de moerassen van Anthia, nr. 7 op de kaart. Hier naar toe rijdend zien we opeens enkele Scharrelaars. Ook hier weer ontzettend veel Roodkopklauwieren, Grauwe Klauwier en Grauwe Gorzen. Het lijkt of het gesneeuwd heeft bij het moeras, het water is voorzien van een wit tapijt. Bij het goed bestuderen zie je dat dit gevormd wordt door de Waterviolier die het gebied geheel in het wit gestoken heeft. Hiertussen ontwaren wij Witkopeenden, Kieviten en eindelijk Zwarte Ibissen.
Richting zee hebben we Dwergstern, Strandplevier, Kalanderleeuwerik en Veldleeuwerik. Aan de zijkant van het gebied (nr. 8) ook hier flink wat landbouw, maar er zat toch ook een Duinpieper en aan zee weer dezelfde vogels, maar hier ook nog mooi een Reuzenstern met zijn opvallende grote snavel gezien. We waren vlakbij Alexandroupoli, een grote plaats waar we de inkopen voor de middag hebben gedaan. We zijn nu in de buurt van Avas en verlaten de Evros. In de kloof van Avas hebben we gepicknickt. Er waren helaas niet veel vogels, toch nog een Blauwe Rotslijster en een Steenarend gezien. Avas heeft ook een oud verlaten treinstation, dit was het tweede doel hier.
De oude treinwagons stonden hier te verroesten, je zou hier een mooi museum kunnen maken. Ook hier vloog een Steenarend en ook een Monniksgier. Vlak bij ons hotel hebben we de route waar de Isabeltapuiten moeten zouden zitten (nr. 5). Hier zijn we gisteren ook al geweest. Vandaag weer een poging. In het gebied zagen we de Oostelijke Orpheusgrasmus. Verder oostelijk rijdend (nr.6) zagen we mooi onze eerste Ortolaan. Hier veel Kalanderleeuweriken, toch een zeldzame soort. Het werd al later zodat we richting hotel Isidora gingen. Onderweg nog vlakbij Vorkstaartplevieren en veel Balkankwikstaarten. De teller is op 200 soorten gekomen, zodat er meer afvallers bijkwamen.
Woensdag 29 april 2015 (dag 9)
Er waren er al veel op pad gegaan voordat het ontbijt begon. Het lijkt dan ook dat de vogeltrek goed op gang is gekomen. De eerste Zwartkopgorzen worden gemeld en veel Vale Spotvogels. Het hotel ligt tegen een complex aan waar zelfs in Romeinse tijd al vermaak was in de thermale baden. De ruïnes liggen er en we zien zelfs het warme water in de Loutros stromen. Na het ontbijt kregen we bij het bezoekerscentrum eindelijk onze toegangspermissie. Dus vandaag gaan we naar het oostelijke deel van de Evrosdelta wat tegen de Turkse grens aanligt. Bij het checkpoint staat een jong mannetje dat geen Engels kan, de superieur wordt erbij geroepen en weldra konden we doorrijden het niemandsland in. Hier wordt overigens volop geboerd, het zou wel iets minder mogen. Veel Balkankwikstaarten en weer Vorkstaartplevieren. We reden over een dijk die ervoor moet zorgen dat de Evros in bedwang wordt gehouden. We zagen al snel de verwachtte Sporenkievit. Sporenkieviten hebben hier hun westelijke verspreiding, verder in Europa kom je deze soort niet tegen. Op de dijk zien we een hondachtige lopen. Een Jakhals riep Peter.
Er zijn door mij snel enkele foto’s gemaakt van het beest, die door experts inderdaad als Europese Jakhals betiteld wordt. Vergissen met een Wolf is goed mogelijk. Bij een nat gedeelte zijn we naar beneden gereden en hebben daar een koppeltje Grielen mooi kunnen bekijken. Aan zeezijde zaten Zwarte Ruiters en Groenpootruiters. Op het pad diverse keren de Kortteenleeuweriken kunnen waarnemen en op het water zat nog een Pijlstaart.
Het was al lang over de middag toen we in Serres inkopen gedaan hebben. Vlakbij de winkel in een leuk parkje hebben we de boel meteen opgegeten. Het eten werd onderbroken toen een Syrische Bonte Specht wel heel mooi ging zitten. Ook trokken er dertien Balkansperwers over. Deze vogels trekken altijd in groepen. Ook de Gierzwaluwen waren volop met trek bezig. Die middag zouden we er nog meer zien. We gingen weer richting hotel maar besloten een oud Romeins pad in te gaan. Helaas was dit niet bedoeld voor auto’s, we kwamen niet ver en gingen weer terug, toch wel mooi veertien Bijeneters in één boom bij elkaar gezien en een Balkansperwer redelijk dichtbij.
We zijn weer ons beroemd weggetje ingeslagen het Izabeltapuitweggetje. Echter nu ook weer geen Izabeltapuit. Toch niet getreurd, we zagen hier onder andere een juveniele Arendbuizerd, Zwartkopgorzen en een Steenuil. Even verderop een Rotsmus. We gingen naar de lagune van Drana (nr. 1) en zijn gestopt bij het houten hutje. Hier hebben we over het water gekeken. Niet zoveel vogels, maar opeens was er consternatie, een Otter zwom in het water. Deze was mooi te zien, meestal laten deze schuwe beestjes zich niet zo dichtbij zien. Maar het verhaal werd nog gekker. Isidro liep een beetje om en stond op een dijk naar de Otter te kijken. Waarschijnlijk bevond de broedkolonie zich aan andere zijde want bijna over de voeten van Isidro ging de Otter naar de andere zijde. Isidro was zo verbouwereerd, maar maakte gelukkig toch nog een foto van dit geweldig tafereel. Alweer de laatste avond dat we hier waren, de waarnemingteller is inmiddels op 210 soorten gekomen.
Donderdag 30 april 2015 (dag 10)
Helaas, het is al weer bijna voorbij. Vandaag hebben we echter nog een volle dag. Vanavond vliegen we pas. Na het ontbijt zijn we nog een keer naar het Izabeltapuitenterrein gegaan. De Arendbuizerd zat er nog en ook de Baardgrasmus liet zich goed zien, evenals de Grauwe Klauwier. Wel hadden we voor de groep een nieuwe soort: de Kleine Klapekster. Deze was al eerder gezien maar door twee personen. Nu liet de vogel zich door ons bewonderen. We zijn bij de houten hut nog richting zee gereden. Dit leverde nog nieuwe soorten op, wat te denken van een Visarend die mooi op een paal zat te kijken. Ook Lachstern en Kleine Strandloper konden aan de soorten toegevoegd worden. Hierna het gebied uit om inkopen te doen in Alexandroupolis. Op de terugweg zijn we via Neo Sidirochori naar Kalamokastro gaan. Dit is een dorpje waar de Kleine Torenvalk nog broedt. Voordat we dorp binnenreden, zagen we al enkele Kleine Torenvalken.
Dit is een kolonievogel en is bijna nooit alleen te vinden. In het dorp hebben we de auto’s op het pleintje gestald en konden de fotografen mooie plaatjes schieten van deze grappige vogels. Iets verder langs de snelweg hebben we gepicknickt. De broden waren zo weer op. De lange reis naar het vliegveld in Thessaloniki kon beginnen. Mooi op tijd kwamen we aan en nadat de auto’s aangeleverd waren, konden we inchecken. In het vliegtuig zaten we mooi allemaal bij elkaar, zodat we nog gelijst hebben. De stand is gekomen op 215 soorten. Isidro was de gelukkige en vermaard bij deze eeuwige roem. Het busje dat ons kwam ophalen in Weeze was gelukkig spoedig aanwezig en laat kwamen we aan in Uden bij de Groenhoeve. Een geslaagde vogelreis kwam tot een eind. Iedereen bedankt voor de aangename uren.
De volgende 215 vogelsoorten zijn tijdens de reis door ons waargenomen:
Parelduiker, Fuut, Dodaars, Geoorde Fuut, Aalscholver, Kuifaalscholver, Dwergaalscholver, Roze Pelikaan, Kroeskoppelikaan, Roerdomp, Kwak, Ralreiger, Kleine Zilverreiger, Grote Zilverreiger, Blauwe Reiger, Purperreiger, Ooievaar, Zwarte Ooievaar, Lepelaar, Zwarte Ibis, Flamingo, Knobbelzwaan, Grauwe Gans, Bergeend, Wilde Eend, Krakeend, Pijlstaart, Slobeend, Wintertaling, Zomertaling, Witoogeend, Kuifeend, Zwarte Wouw, Aasgier, Monniksgier, Vale Gier, Grauwe Kiekendief, Bruine Kiekendief, Steppekiekendief, Sperwer, Balkansperwer, Buizerd, Arendbuizerd, Zeearend, Steenarend, Schreeuwarend, Dwergarend, Slangenarend, Visarend, Roodpootvalk, Torenvalk, Kleine Torenvalk, Boomvalk, Slechtvalk, Steenpatrijs, Fazant, Kwartel, Klein Waterhoen, Waterral, Waterhoen, Meerkoet, Scholekster, Griel, Steltkluut, Kluut, Vorkstaartplevier, Kleine Plevier, Strandplevier, Zilverplevier, Kievit, Sporenkievit, Drieteenstrandloper, Kanoet, Krombekstrandloper, Bonte Strandloper, Kleine Strandloper, Temminck Strandloper, Kemphaan, Wulp, Regenwulp, Grutto, Tureluur, Zwarte Ruiter, Groenpootruiter, Bosruiter, Oeverloper, Poelruiter, Watersnip, Zwartkopmeeuw, Dunbekmeeuw, Dwergmeeuw, Kokmeeuw, Geelpootmeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Lachstern, Grote Stern, Visdief, Dwergstern, Reuzenstern, Zwarte Stern, Witvleugelstern, Witwangstern, Houtduif, Holeduif, Turkse Tortel, Zomertortel, Koekoek, Kuifkoekoek, Dwergooruil, Steenuil, Alpengierzwaluw, Vale Gierzwaluw, Gierzwaluw, IJsvogel, Bijeneter, Scharrelaar, Hop, Draaihals, Zwarte Specht, Grijskopspecht, Groene Specht, Middelste Bonte Specht, Syrische Bonte Specht, Grote Bonte Specht, Kleine Bonte Specht, Veldleeuwerik, Boomleeuwerik, Kuifleeuwerik, Kortteenleeuwerik, Kalanderleeuwerik, Rotszwaluw, Oeverzwaluw, Roodstuitzwaluw, Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Boompieper, Duinpieper, Witte Kwikstaart, Grote Gele Kwikstaart, Balkankwikstaart, Gele Kwikstaart, Winterkoning, Heggemus, Roodborst, Nachtegaal, Gekraagde Roodstaart, Zwarte Roodstaart, Paap, Roodborsttapuit, Tapuit, Oostelijke Blonde Tapuit, Rode Rotslijster, Blauwe Rotslijster, Merel, Zanglijster, Grote Lijster, Snor, Graszanger, Cetti’s Zanger, Grote Karekiet, Rietzanger, Kleine Karekiet, Vale Spotvogel, Baardgrasmus, Braamsluiper, Grasmus, Zwartkop, Kleine Zwartkop, Orpheusgrasmus, Balkanbergfluiter, Tjiftjaf, Vuurgoudhaan, Bonte Vliegenvanger, Withalsvliegenvanger, Grauwe Vliegenvanger, Baardman, Buidelmees, Rouwmees, Pimpelmees, Koolmees, Zwarte Mees, Staartmees, Kuifmees, Rotsklever, Boomklever, Boomkruiper, Grauwe Klauwier, Kleine Klapekster, Roodkopklauwier, Maskerklauwier, Spreeuw, Wielewaal, Gaai, Ekster, Kauw, Raaf, Bonte Kraai, Roek, Ringmus, Huismus, Spaanse Mus, Rotsmus, Vink, Appelvink, Europese Kanarie, Groenling, Putter, Kneu, Kruisbek, Grauwe Gors, Cirlgors, Ortolaan, Grijze Gors, Zwartkopgors en Rietgors.
Met grote dank aan de directie voering van dit project, de heren Peter v.d. Braak, Jan Willem Hermans en John Hermans! Tevens ook veel dank voor de verslaglegging van deze reis, Jan Willem Hermans, Vogelwacht Uden.