Estland 2012 – Vogelwacht Uden goes Estland

Kaart van Estland

Van maandag 21 mei 2012 tot en met woensdag 30 mei 2012 hebben we met 24 leden van Vogelwacht Uden e.o. een bezoek gebracht aan Estland om vogels te kijken.

Alvorens van dag tot dag onze belevenissen te beschrijven eerst wat algemene informatie over Estland.

Estland (Estisch: Eesti) officieel de Republiek Estland (Ests: Eesti Vabariik) is een land in Noordoost-Europa, dat in het westen wordt begrensd door de Oostzee, in het noorden door de Finse Golf, in het oosten door Rusland en in het zuiden door Letland. Het is de noordelijkste en de kleinste van de drie Baltische landen, en het onderscheidt zich van het middelste Baltische land Letland onder andere door de taal, die Finoegrisch is en niet Baltisch.

Estland heeft in totaal 561 kilometer aan landsgrenzen. De kustlijn is vele malen langer en meet 3794 km. Er zijn drie grote rivieren: de Emajõgi, de Pärnu en de Narva. Alleen de Emajõgi en de Narva worden bevaren. Estland is een overwegend vlak land, waarvan de noordkust echter op veel plaatsen steil uit zee oprijst, en dat in het zuidoosten overgaat in heuvelland. Hier ligt dan ook de hoogste berg van Estland, Suur Munamägi (Grote Eierberg, 318 m), die net iets lager is dan de hoogste van Nederland. De oostgrens met Rusland wordt grotendeels gevormd door het Peipusmeer (3555 km²) en het Meer van Pskov, en noordelijker door de rivier de Narva. Alleen in het zuiden heeft Estland geen natuurlijke grens. Westelijk en noordelijk van Estland liggen honderden eilanden, waarvan het overgrote deel onbewoond is, waarvan sommige door de Sovjet-Unie als militair terrein zijn gebruikt. De grootste eilanden zijn Saaremaa en het dichtbeboste Hiiumaa, beide met een herkenbaar eigen karakter. Deze beide eilanden vormen eigen provincies. Kleinere bewoonde eilanden zijn Muhu, Vormsi, Vilsandi, Abruka, Kihnu en Ruhnu.

Natuurbescherming
Bijna 10 procent van Estland is beschermd door een of andere natuurbescherming. Er zijn vijf nationale parken (Vilsandi, Matsalu, Soomaa, Karula en Lahemaa) en honderden natuurparken om de flora, fauna, biotopen en landelijke gebieden te beschermen. Het grootste gedeelte hiervan ligt aan de Baltische kust en de eilanden, welke bescherming bieden aan broedkolonies. In het binnenland zijn grote veengebieden en oude bossen beschermd. De meeste Esten zijn zich bewust van het beschermen van deze gebieden. Er zijn veel natuurorganisaties en -groepen ontstaan na de onafhankelijkheid in 1991.

Maandag 21 mei 2012
Om 7:45 vertrekken we met 24 enthousiaste vogelaars vanaf Weeze naar Estland. In Estland was het fraai weer, waardoor we de grillige kustlijn prachtig konden zien. Rond 11:00 uur zijn we geland in Talinn.

Het vliegtuig staat klaar

De vlucht met Ryanair was goed verlopen. Nadat we de koffers compleet hadden konden we de 3 gereserveerde busjes inladen, het vogelen was ondertussen begonnen…Huiszwaluwen, Gierzwaluwen, Vink etc..werden genoteerd. De waarnemingen werden digitaal bijgehouden met een PDA waardoor de  waarnemingen nu te vinden zijn op www.observado.org.

De navigatie en portofoons werden geïnstalleerd zodat we konden vertrekken naar Keila. Bij Pöösaspea is het meest noordwestelijke punt van Estland te vinden en ook een belangrijk migratiepunt voor de vogels. Het is al laat in mei, waarbij al veel vogeltrek aan ons voorbij is gegaan. Onderweg hebben we diverse stops. In een klein dorpje Laitse was de eerste stop. De Kramsvogels vlogen om ons heen, jonge vogels zaten in het gras.

Kramsvogel

In de verte hoorden we onze eerste Noordse Nachtegaal. Verder zaten hier Putters, Ooievaars, en een zingende Spotvogel. Maar we moesten door, de dag was nog lang! Rond 12 uur zagen we onze eerste Zeearend prachtig overvliegen, een Visarend werd door anderen in de verte gezien. Opvallend waren de Paapjes die hier overal zaten.

Paapje

Via een mooi bospad reden we richting de noordelijke punt, tenminste dat dachten we. We kwamen uit in Dirhami. Vanaf hier hadden we ook een mooi uitzicht over de zee.

Op zee was weinig trek te bekennen; Bergeend, Grote manteleeuw, enkele Kokmeeuw en een Middelste Zaagbek was de score. Terug lopend naar de parkeerplaats hoorde we een Sijsje overkomen, maar zagen we ook een Boomvalk en zelfs een Smelleken jagen. Volgens onze beschrijving zou er een Zwarte Specht net buiten Dirhami hebben gebroed. Het ovale nestgat was inderdaad gevonden en na even gewacht te hebben vloog de Zwarte Specht de weg over! Een Gekraagde Roodstaart zat in een dode boom te zingen en een Boomleeuwerik liet zich ook goed zien.
Vanuit Dirham vervolgen we de weg richting Haapsula, op weg naar een meer genaamd Sutlepi Meri.(59.026 / 23.571) Dit meer was vroeger een zeebaai, maar is nu afgesneden van de zee. Hier zijn 2 observatietorens.

Loode

Bij de parkeerplaats aangekomen zien we al direct een Havik overvliegen. Voor de parkeerplaats hoorde we Crex..crex..jawel de Kwartelkoning. Nadat we de busjes geparkeerd hadden ging een ieder zijn eigen weg. Aangezien ik vreselijke hoogtevrees heb laat ik de toren voor wat het is en volg mijn oren op de diverse vogelgeluiden. De eerste observatietoren was afgesloten, maar de meeste mensen kropen er toch op. Vanuit deze toren had je een mooi overzicht over het grote meer zegt men. Hier hoorde we een Roerdomp en  Grote karekiet. We zagen diverse Dwergmeeuwen, Tafeleenden, Krakeenden en Futen. Vooraan zat een Roodhalsfuut tussen het riet en in de verte liep een Kraanvogel! Een Noordse Nachtegaal liet zich prachtig zien evenals de Geelgors!

Noordse nachtegaal

We hadden nog wat tijd over, dus besloten we langs het plaatsje Puise te gaan, hier broedt al jaren een Kuifduiker, dit bleek echter een flop. Daar aangekomen bleek het watertje compleet vervuild te zijn, de Kuifduiker was dan ook niet meer aanwezig, jammer, en het stikte de moord van de muggen. Tjonge, ik maakte me weer snel de bus in. Na al het moois van deze dag zijn we in de auto op weg naar het hotel gegaan.

hotel Altmõisa Gästenhaus

Ons hotel Altmõisa Gästenhaus ligt in de buurt van Läänemaa (59.026 / 23.571). Hier aangekomen konden we direct aan tafel en keken we terug naar een geslaagde eerst dag!

Dinsdag 22 mei
Al vroeg stonden we weer buiten, rond 5.00 uur is het al redelijk licht, dus het vogelen kan beginnen. Voor het hotel ligt een prachtig gebiedje wat uitkomt op de Matsalu baai.

pad in het gebied voor het hotel

Dit moerassig gebiedje had slechts één nadeel; muggen…Wel honderden muggen vlogen om je heen, vele muggenbulten volgde… Maar de vogels die er zaten waren toch wel prachtig te zien. Al snel zagen we een Tapuit, Paapje, een koppeltje Grauwe Klauwieren en de eerste Roodmus. Een nieuwe soort voor mij, prachtig om te zien, wat een kleur! Het geluid werd omschreven als de melodie van de Rolling Stones: Nice to meet you.

Roodmus

Ook een Draaihals liet zich even horen, maar liet me niet afleiden en bleef op mijn post voor de Roodmus.

Het pad volgend kom je bij een observatietoren met uitzicht over de baai. Hier zagen we Tureluurs, Kleine en Bontbekplevieren, Zilverplevier. Op zee een Middelste Zaagbek en overvliegend enkele Wulpen. Ook in de struikjes in de omgeving zaten vol met zangvogeltjes, hier zouden we wel de hele ochtend kunnen blijven, maar helaas het ontbijt riep. Na het uitgebreide ontbijt was ons doel de Matsalu baai.

De baai van Matsalu is een prachtig nationaal park wat 110 km ten zuidwesten van Talinn ligt. Het is in feite een inham van de Baltische Zee. De Kasari rivier mondt hier uit in de Baltische Zee. Een groot deel van dit Wetland (inclusief de baai) is nu Nationaal Park. Er zijn tal van biotopen zoals ”coastal meadows”(4000ha); rietvlakten (3000ha), moddervlakten, stenige kusten, (gemengde) bossen, landbouwgrond, etc..Er zijn meer dan 300 vogelsoorten waargenomen, waarvan er 170 als broedvogel. De lengte van deze baai is 18km met ongeveer 5 km breed. De gemiddelde diepte is slechts 1,5 meter, het water is brak. Deze omstandigheden zijn heel gunstig voor een rijke visfauna. Vissen is een oude traditie in Estland en vaak ook een belangrijke inkomstenbron voor de lokale bevolking. Helaas is de Aalscholver daardoor wel de minst geliefde vogel door de Esten. In de lente en herfst trekken er miljoenen vogels door; Kraanvogels, ganzen (o.a. Dwerggans), steltlopers, duikers en eenden soorten (1000den IJseenden). Tientallen Zeearenden komen op deze grote hoeveelheid voedsel af.  Op vele plaatsen staan uitkijktorens waarbij je een uitzicht hebt over deze baai. Buiten deze torens is de baai moeilijk bereikbaar, waardoor de rust wel gewaarborgd blijft.

Onze eerste stop was bij een uitzichtpunt aan het noorden van deze baai, hier hoorden we Kleine Karekieten en natuurlijk de Roodmus en wat Rietzangers en in het veld een Sprinkhaanzanger. Op het water was het heel rustig, dus reden we maar verder. Net voor het plaatsje Kideva hoorde en zagen we een Grauwe Gors, deze is in Estland niet algemeen! Toch een voordeel als je met 3 busjes bent met portofoons, de 3e auto had deze nl. pas gehoord! Ik hoorde verderop een onbekende zang, het leek op een bosrietzanger in combinatie met een spotvogel. Gelukkig was onze vogelkenner John Hermans erbij die hem kon determineren.

Struikrietzanger

Het was een Struikrietzanger zingend vanuit de vlier. Natuurlijk werd deze soort uitgebreid op de foto gezet! Wat verderop hoorde we de Wielewaal zingen! Dit kon nog wel eens een leuke dag gaan worden. Het volgende doel was de toren bij Haeska (58.779/23.659).

Deze toren heeft een uitzicht op een klein eilandje, waarop we maar liefst 6 Zeearenden telden, prachtig.

Chris in action

Een Kleine Zwaan zwom er ook nog rond, evenals Smienten en Slobeenden. Een Witwangstern kwam lang gevlogen. Een enkele IJseend liet zich in de verte nog zien, de meesten waren helaas al vertrokken! Na bij een plaatselijke “supermarkt” inkomen gedaan te hebben konden we verder. We besloten om bij Rannajõe toren (58.817 / 23.779) te picknicken.

Tijdens de picknick, waarbij iedereen toch blijft vogelen kwam prachtig een Zeearend overgevlogen. Ook een Grote bonte Specht ging even in hele mooie setting zitten. Tja, dan laat ik de boterham toch even liggen.

Grote bonte specht

Vanuit de toren heb je een uitzicht op een enorme vlakte waar in de verte een Eland liep. Hier zou ook de Poelsnip broeden! Deze hebben we helaas niet kunnen zien, maar wel 2 Schreeuwarenden in de verte en enkele Raven en Bonte Kraaien. Het volgen doel was Tuhu Soo (58.568 / 23.824). Hier is een veenmoeras waar we diverse vogels tegen zouden komen (Grutto, Tureluur, Regenwulp, Bosruiter).

Een plankenpad van 5km gaat door dit gebied, een mooie route. Helaas hebben we slechts een koppel Raven een overvliegende Koekoek gezien. Nu richting Virtsu, waar we gewaarschuwd worden voor overstekende Elanden. En inderdaad we moesten op de rem, want langs de weg liep een Eland. Voordat we het in de gaten hadden stak deze over vlak voor onze busjes, wat een kolossaal beest. Voor Virtsu is een afslag naar Puhtulaid (58.563 / 23.549) waar een uitzichtpunt is.

Spotvogel

Hier was de Braamsluiper en Spotvogel volop aan het zingen. Aangezien we niet veel tijd meer hadden zijn we alleen maar aan de kust gaan kijken, hier zagen we Zomertalingen en diverse Zilverplevieren. Bij het naastliggend biologisch station was de Spotvogel aan het zingen. Via de zuidkant van de baai zijn we teruggereden. In een klein plaatsje was een klein parkje wat later particuliere tuin bleek te zijn, hier hoopten we op spechten. Een vrouwtje bleek de moeder van de eigenaresse te zijn wuifde ons, we mochten rond kijken (zelfs in haar grote villa).

Jonge Kramsvogel

Naast jonge Kramsvogels en een Grote Bonte Specht was het gedaan. Snel maar weer verder richting Keemu. Hier staat een ijzeren uitzichttoren aan de zuidkant van het meer(58.746 / 23.674). Natuurlijk was hier ook weer een Zeearend te zien, maar ook een Bruine Kiekendief kwam lang gevlogen.

Op het water enkele Brilduikers en Bergeenden. Nog nagenietend van deze plek zijn we weer richting het hotel gegaan.

Woensdag 23 mei
Natuurlijk waren wij, de diehards, weer vroeg op en stonden goed ingepakt tegen de muggen voor het hotel in het moeras. Een aantal soorten konden er weer bijgeschreven worden (Barmsijs, Noorse Kwikstaart en zelfs de Sperwergrasmus). Tjonge, deze laatste was er lastig te fotograferen. Sperwergrasmussen zijn erg schuw! Door bij een zangpost te blijven zitten en mezelf te verschuilen onder mijn groene jas kon ik wat foto’s maken, echter was afstand geboden.

Sperwergrasmus

Voor de meeste begon het vogelen toch pas na het ontbijt! Ons eerste doel vandaag was de plek van de Oeraluil (via observado.org opgezocht). Voorbij Parnu was een bos waar deze vaker was waargenomen en wie niet waagt wie niet wint..dus er naar toe! Het bos bleek een toch wel een erg dicht groot productiebos te zijn. Naast een nest van een Boomvalk hebben we helaas geen Oeraluil gevonden.

Onze TomTom maar ingesteld op de volgende plek; Sooma Nationaal park. Achteraf niet slim, de wegen door deze bossen zijn onverhard maar wel goed begaanbaar (tenminste voor de eerste auto, de andere rijden in het stof). Op eens hoor ik een Hazelhoen, dus stoppen en zoeken. Het hoog piepend geluid was goed te horen, zien liet hij zich helaas niet. Na een uurtje werden de wegen steeds minder, maar uiteindelijk kwamen we toch waar we wilden zijn. Bij een bruggetje voor het Sooma park hebben we geluncht (58.363 / 25.060). Hier zat een Ooievaar, koppeltje Visdiefjes en vele Huis-en Gierzwaluwen.

Kramsvogel

Na de picknick richting het bezoekerscentrum van het Sooma park. Het Sooma park is een Nationaal park van maar liefst 37.000ha. Het gebied bestaat uit enorme hoogveenmoerassen, meanderende rivieren en (rivier)bossen. Deze rivieren zetten in natte tijden een groot deel van het gebied onder water. De omliggende hooilanden tellen broedvogels, zoals Waterrietzanger en Poelsnip. In de uitgestrekte bossen leven Auer- en Hazelhoenders. Op de venen broeden Goudplevieren en Korhoenders. Maar vooral in de rivierbossen, met de vele dode bomen zitten diverse soorten spechten; Zwarte, Witrug, Drieteen- en Grijskopspechten. In het Sooma park broeden maar liefst 10 paartjes Schreeuwarenden. Het gebied herbergt ook zoogdieren zoals wolven, bruine beren, lynxen, bevers, otters, wasbeerhonden en elanden. De vliegende eekhoorn komt er voor maar is erg lastig te zien. De kans op beren, lynxen en wolven is ook erg klein gezien de grootte van het gebied. Een bezoekerscentrum ligt op de onverharde weg tussen Joesuu en Köpu.

Hier is zelfs een parkeermogelijkheid gemaakt, toiletten en BBQ plaatsen zijn er. In het park zijn diverse uitgezette wandelingen te maken. Wij besluiten de beverwandeling te maken. Al in het begin van deze wandeling worden we verwelkomt door de zang van een Kleine Vliegenvanger.

Kleine vliegenvanger

Een overvliegende Appelvink liet zich ook mooi zien. Bij de rivier aangekomen zien we waarom dit de beverwandeling heet. Er liggen veel omgeknaagde bomen, de bever heeft hier flink huisgehouden. Een burcht en een dam is hier goed te zien. Verderop zien we de Bonte Vliegenvanger zitten. Een specht was verderop aan het roepen. Na lang zoeken zagen we deze , en ja hoor het was de Witrugspecht met zijn gestreepte rug, maar jongens wat was deze lastig te fotograferen. Het bos was erg dicht begroeid waardoor een mooie foto eigenlijk niet te creëren was. Ik heb mijn fototoestel gelaten voor wat het was en genoten van de omgeving.

Wespendief versus Bonte kraai

Een Wespendief kwam nog laag overzeilen en heb deze proberen vast te leggen. Na deze mooie wandeling zijn we naar de rivier gereden, hier was ook een wandeling uitgezet. Hier was een Sprinkhaanzanger aan het zingen. In het bos hoorden we ook weer de Kleine vliegenvanger! Op de terugweg zagen en hoorden we nog de Wielewaal en Kwartelkoning. Terugkomend bij het hotel konden we meteen aan tafel.


Donderdag 24 mei
Ook deze ochtend werd de Sperwergrasmus gezien, de Roodmussen en Draaihalzen lieten zich steeds beter zien. Deze laatste stonden vandaag voor mij op het programma, ook een nieuwe soort , en wat was het deze ochtend weer prachtig qua licht.

Draaihals

Het leek wel of het aantal naarmate de week toenam. Ook een mannetje Grauwe Kiekendief kwam langs gevlogen. Ons plan was om de gebieden rondom Haapsula te gaan bekijken. Voordat we daar aankwamen zagen we een zandafgraving, wat ons toch wel interessant leek. Dit was een goede keuze, naast de Oeverzwaluw en Boomleeuwerik zat er een koppeltje Kuifduikers op deze plas (58.909 / 23.557). Deze waren prachtig door de telescopen te zien! Een alarmerende Kleine Plevier vloog op, het signaal om weer verder te gaan.

In Haapsula, een dorpje met nostalgische huizen reden we richting de baai. Achter een groot hotel ligt een steiger waarvandaan je goed zicht hebt over het water. Een enkele IJseend was er wel aanwezig, maar natuurlijk ook weer een Zeearend. Diverse Visdieven vlogen er rond, waarvan er één toch wel erg groot was. Jawel hoor, een Reuzenstern met zijn enorme rode snavel vloog langs, een leuke waarneming. Aan de ander zijde van het water zat een groepje Gele Kwikstaarten, op het water Tafel– en Kuifeenden.

Grauwe vliegenvanger

Ten Noordoosten van Haapsula was een plek bekend om de Citroenkwikstaart. Deze hebben we hier niet gezien, wel Tapuiten en gewone Gele Kwikstaarten. Een Bruine Kiekendief vloog met nestmateriaal rond. In het riet was de Grote-en Kleine Karekiet aan het zingen. Roodmussen hoorde we hier ook (waar niet!). We schrokken van een Bever die vanaf de waterkant het water in plonste, prachtig! Na Haapsula weer richting Matsulapark, waar we nog enkel torens niet bezocht hadden. De eerste toren was voorbij het dorpje Pagasi. In dit dorpje zijn we nog gestopt voor de Grauwe Vliegenvanger, Spotvogel, Noordse Nachtegaal en Appelvink.

De ijzeren toren staat aan de rivier (58.755 / 23.844), en is lopend vanaf de parkeerplaats te bereiken (1 km).

Hier zagen we Grutto’s, Oeverloper, Watersnip, Buidelmees en enkele Kraanvogels.

Een prachtig uitzicht met hier ook in de verte een Eland. De volgende en ook picknick plek werd het bezoekerscentrum van het Matsulapark (58.727 / 23.803).

Vanuit hier zijn er diverse wandelingen te maken (nabij een rivier). Soorten die we er gezien hebben zijn; Sperwer, Paapje, Braamsluiper, Grauwe Klauwier, roepende Roerdomp. Het meest zuidwestelijke plekje hebben we als laatste bezocht. Hier is een fikse wandeling te maken, wat ons eigenlijk niet veel meer dan enkele Brandganzen en een Braamsluiper opleverde.

Braamsluiper

Op de parkeerplaats kwam prachtig een Visarend voorbij gevlogen. De Kramsvogels deden zich hier tegoed aan de bessen! Helaas was het weer tijd geworden om terug naar het hotel te gaan, waar we net voor etenstijd nog een Goudhaantje scoorde!

Vrijdag 25 mei
Het gebied voor het hotel verveeld geen dag, iedere dag werden er weer nieuwe soorten gezien. De Roodmussen maar ook de Koekoeken namen in aantal toe. Ik besloot vandaag eens in bed te blijven liggen tot het ontbijt, ook lekker! Ons doel vandaag was de magic corner zoals Dave Cosney die beschrijft. Deze is in een bosgebied bij Laiksaäre (58.053 / 24.693). Volgens Dave is dit de plek voor de Grauwe Fitis en Hazelhoen. Via de weg naar Massiaru komen we bij het beruchte bos uit. Hier hebben we de busjes geparkeerd voor het gebied waar je niet verder in mag. Lopend langs dit gebied zagen we de Rouwmantel, een toch wel zeldzame vlinder. Ook zagen we diverse Kleine Vliegenvangers zitten in het bos, maar nog geen Grauwe Fitis.

Kleine vliegenvanger

Met een gedeelte van de groep besluiten we terug te keren richting auto, een ander gedeelte loopt het rondje om het bos. Ik wilde terug om nog even de Kleine Vliegenvangers te fotograferen zonder de herrie van de hele groep. We hadden geluk, de Grauwe Fitis liet zich opeens horen en ook goed zien. Een wel erg beweeglijke vogel is het wel! Fotograferen was eigenlijk niet te doen, maar als bewijs toch een plaatje geschoten.

Grauwe fitis

Na de fikse wandeling van de rest van de groep reden we richting Massiaru, waar we inkopen moesten doen.  Midden in het dorpje was gelukkig een winkeltje waar we flink ingeslagen hebben. Op naar een mooie picknickplaats, nou die hebben we gevonden. Bij een kleine kijktoren was een prachtige picknickplaats ingericht, compleet met WC en BBQ plaats. (57.975 / 24.626). Tijdens de lunch leuke soorten om ons heen; Roodmus, Kneu, Paapje, Appelvink en ik hoorde een zingende Krekelzanger. De Krekelzanger liet zich even mooi zien in het struikgewas waardoor ik welgeteld 1 foto kon maken.

Krekelzanger

Onze weg ging verder naar het Nigula Bog natuurreservaat. Vanuit de parkeerplaats (58.008 / 24.711) hebben we een wandeling gemaakt. Via knuppelbruggetjes loopt een wandelpad lang een grote waterplas. Helaas konden we niet volledig rondlopen doordat een gedeelte van de plankenroute verrot was (jammer).

Vanuit de kijktoren zagen we een Korhoen. Op de waterplas Brilduikers. Van de aanwezige spechten hebben we alleen de Grote Bonte Specht gezien. Voor de parkeerplaats zat nog een groepje Goudplevieren tezamen met Kieviten. Na dit mooie weer gaan we weer richting de kust, richting Kabli. Hier is een enorm ringstation (Helgolandtype) wat in het najaar wordt gebruikt.

Bij het bezoekerscentrum werd de Boomklever gezien, aan de kust Middelste Zaagbekken. Wat verderop waren enkele visvijvers met een observatietoren (58.182 / 24.466), dit bleek wel een erg mooie vogelplek te zijn. Diverse Grutto’s, Tureluurs, Kemphanen zaten vooraan het gebied.

Vanuit de parkeerplaats naar de torens zagen we Zeearend, Zomertalingen, Grote Karekieten en hoorde we zelfs de Porseleinhoen. Helaas hadden we voor dit gebied weinig tijd en gingen we terug naar het hotel.

Zaterdag 26 mei
Deze dag moesten we gaan verkassen en afscheid nemen van dit mooie hotel. Natuurlijk gaan we via natuurgebieden naar het volgende hotel. Ons eerste doel was een gebied onder Audru. Hier is een waterplas naast een golfbaan (58.400 / 24.359) wat interessant kon zijn. Nu dat bleek ook wel, al vrijwel direct zagen we Roodhalsfuten op deze plas, maar ook Slobeenden, Brilduikers, Kemphanen. Uiteindelijk zagen we ook een doelsoort de Citroenkwikstaart, prachtig! Rondom deze plas hebben we er meerdere gezien.

CItroenkwikstaart

Een Brilduiker zwom er met haar jongen rond.

Brilduiker met jongen

We hebben er nog gezocht naar Buidelmezen, maar helaas niet gehoord en/of gezien. Maar de Citroenkwikstaarten lieten zich er wel erg mooi zien! Vanuit de bus konden we foto’s maken. Verder doorgereden kwamen we weer langs het Sooma Nationaal park, waar we ook weer een wandeling hebben gemaakt.

Bij de parkeerplaats (58.530 / 25.261) wat ook weer een complete ingerichte picknickplaats was hebben we onze lunch genuttigd. De wandeling van 5 km liep ook door een moerasgebied over een goed aangelegde plankenroute.

Een Tapuit was aan het zingen vooraan het hoogveengebied. In het hoogveengebied zagen we diverse Bosruiters in hun biotoop. Één van de leden begreep dat je beter niet van de plankenroute af kan wijken, je zakt diep in de modder…!

Terugkomend bij de parkeerplaats zat nog een Gekraagde Roodstaart en vele Fluiters. Via het bosgebied zijn we verder gereden richting ons nieuwe hotel. In de buurt van Suure- Jaani hebben we diverse opvliegende Hazelhoenen gezien (58.551 / 25.319). Na dit fraaie bos zijn we richting Tartu gereden, waarbij het landschap wel aan het veranderen was, het werd heuvelachtiger. Hier kwamen we ook diverse groepen Roeken tegen.  Rond zessen kwamen we aan bij ons hotel in Ilmatsalu (58.389 / 26.559), wat toch anders oogde als ons vorige hotel. We werden er welkom geheten en de kamers weerden verdeeld.

Hotel

Dit hotel ligt aan diverse oude visvijvers, wat  natuurlijk veel vogels aantrekt. Al snel na het uitpakken van de spullen gingen de meeste de vijvers verkennen. Grote Karekieten en Rietzangers zongen er en natuurlijk onze dagelijkse soort de Roodmus was er aanwezig! Wat verderop bij de vijvers zagen we Visdiefjes en een Wilde Zwaan. De Buidelmees liet zich hier ook horen (weer een soort erbij). In de schemer hoorde we voor het hotel de Kwartelkoning roepen.

Zondag 27 mei
Ook hier was het vroeg opstaan, nog voor het ontbijt vogelen! Rondom het hotel vlogen vele Kramsvogels, blijft voor ons toch wel apart. De Noordse Nachtegaal liet zo vroeg al zijn mooie zang horen, maar om deze vogel te zien is toch best moeilijk. Dit geldt ook voor de Buidelmees die zich overal liet horen maar zich af en toe liet zien. De Wilde Zwaan was wat luidruchtiger, en best wild tegenover elkaar. Wat verderop de visvijvers is een observatietoren waar een broedende Wilde Zwaan te zien was. Na het ontbijt zijn we vertrokken richting Alam-Petja.

Alam-Petja ligt een 30km toen noordwesten van Tartu. Met Sooma is Alam-Petja een van de favoriete natuurgebieden in Estland. Het is een groot wetland gebied (310 km2) met diverse meanderende rivieren, hooilanden, hoogveengebieden, meren en gemengde (rivier)bossen. Een groot gedeelte valt onder het reservaat. Dit gebied is nog zo ongeschonden, doordat het vroeger als Russisch militair oefengebied werd gebruikt. Soorten als Wolven, Bruine Beren, Lynxen en Vliegende Eekhoorns komen hier voor. De diverse rivieren Emajogi, Polsamaa en Pedja zetten in het voorjaar een groot gedeelte van het gebied onder water. Het gebied is rijk aan Spechten en Roofvogels. Door de uitgestrektheid blijft het moeilijk om de soorten bij elkaar te sprokkelen.

Voordat we naar Alam Pedja rijden gaan we naar een heuvel, genaamd “Hollywood Hill”(58.470 / 26.360) .

Hollywood Hill

Vanaf deze heuvel zijn mogelijk de Schreeuw-en Bastaard Arenden te zien. Helaas hadden wij geen geluk, maar zagen we wel prachtig een Wespendief overkomen. Een Grijskopspecht liet zich ook even zien en horen. Een paar kilometer verderop was een weg die overging in een bospad, hier zouden we gaan lopen. Vanaf de parkeerplaats (58.470 / 26.360) zijn we het gebied ingelopen (4km). Na een groot gedeelte lopend door een naaldbos, veranderd dit in een nat gebied. Hier staat weer een enorme vogeluitkijktoren. Een erg mooie wandeling, maar niet vogelrijk. Soorten als Fluiter, Witte– en Gele Kwikstaart en Bruine Kiekendief hebben we gezien. Een wandeling met fraai weer door zo’n gebied blijft echter wel imposant! We besloten om terug te gaan naar het hotel en ’s avonds hier terug te gaan voor de nachtvogels.

Bij het hotel hadden we nog even tijd. Een Visarend kwam prachtig langs gevlogen. Het nest van een Buidelmees was ook gevonden.
Na het eten zijn we eerst naar de plek van de Poelsnip gegaan. Deze plaats (58.426 / 26.518) is net voor de brug over de Emajogi aan de rechterkant. Net voor een gebouw gaan we hier links en rijden een 300meter door. Rond half 8 waren we er, de zon was nog net niet onder.

De Kwartelkoning hoorden we vrij dichtbij, deze liet zich jammer genoeg niet zien. De Poelsnippen echter wel, maar deze bevonden zich op ca. 1km afstand. We mogen niet het gebied in dus we blijven op gepaste afstand. De foto is dan ook meer een determinatie plaatje geworden alsdan een gedetailleerd vogelportret.

Diverse zagen we er omhoog komen uit het hoge gras in hun balstvlucht. Een prachtig gezicht zo met een zonsondergang. Zelfs een Houtsnip kwam baltsend voorbij en in de verte hoorde we de Wielewaal. Van hieruit zijn we toch nogmaals naar de plek van de middag gegaan voor de nacht(bos)vogels. Een Krekelzanger was goed te horen. En ook hier weer een opvliegende Hazelhoen langs het zandpad maar deze krengen blijven geen van allen zitten. Bij de parkeerplaats zijn er vele naar de grote toren gelopen, alwaar ze bolderende Korhoenders hebben gehoord. Bij de parkeerplaats kwam diverse keren een baltsende Houtsnip voorbij. Gelukkig hoorden we ook een Nachtzwaluw die nog redelijk gefotografeerd kon worden.

Nachtzwaluw

Terugrijdend naar de harde weg zijn we op diverse open plekken stil blijven staan in de hoop op Uilen. Op één plaats hoorde we de Dwerguil prachtig roepen. Met een goed gevoel gingen we terug naar ons hotel.

Maandag 28 mei
Bijna onze laatst hele dag in Estland. Deze dag begon natuurlijk met een wandeling bij de visvijvers. In één van de betonnen opvangbakken werd een Bever gezien. Deze was waarschijnlijk in deze bak gevangen en kon er niet meer uit. Met een paar stokken en geroep hebben we deze bever uit deze bak gered.

De in de bak aanwezige vissen zijn hierbij ook vrijgelaten. Rondom de visvijvers zagen we nog de Zwarte Stern, Dwergmeeuw, Snor en Sprinkhaanzanger. Een Wilde Zwaan was geringd met een blauwe halsband. Deze Wilde Zwaan was bij navraag 2 jaar geleden geringd in Illmatsula en overwinterend in Duitsland aangetroffen.

Wilde zwaan
Locatie waar de Wilde Zwaan geringd is

Vandaag gaan we naar het natuurgebied Aardla. Dit gebeid staat bekend om de Citroenkwikstaart en Poelruiter. Bij Ülenurme (58.324 / 26.748) parkeren we de auto en lopen richting het gebied. De aannemer ter plekke is bij de zandhoop met broedende Oeverzwaluwen aan het werk. Hopelijk blijven er nog nesten bespaard. Zodra we het natte gebied inlopen horen we de Porseleinhoen roepen. In de verte zien we diverse Zwarte Sternen vliegen. Ook de Kwartelkoning is hier aanwezig. Helaas kunnen we niet verder doorlopen, het pad staat onder water.

Via Reola rijden we het gebied rond, we stoppen op een binnendoor weg (58.302 / 26.742), waar we 2 Schreeuwarenden over zien komen, prachtig! Hier zien we ook Bruine Kiekendieven en Raven overkomen, welke naar de aanwezige vuilnisbelt vliegen. Nabij Aardlapalu gaan we na een bushalte rechtsaf richting Aardla. Hier parkeren we de auto (58.317 / 26.768) en lopen richting observatietoren.

Voor de toren zien we de Citroenkwikstaarten (4 stuks) zitten. Prachtig! Wat verderop zit een Sprinkhaanzanger en in het riet de Snor te zingen. Op de plas werden Zomertalingen gezien.
Vanuit dit punt zijn we toch maar naar de stinkende vuilnisbelt gegaan. Hier vind tenslotte je vaak mooie soorten, zoals Baltische of Heuglin’s Meeuw. Op de “ruikende” vuilnisbelt waar we toch niet echt welkom zijn zien we Roeken, Raven, Kokmeeuwen en wel een Pontische Meeuw.

Roeken

We vervolgen onze weg  en houden de 61 aan richting Pölva. Net voor Pölva ligt Taevaskoja, hier ligt een kloof. Op de parkeerplaats (58.113 / 27.049) nemen we onze lunch voordat we de wandeling gaan beginnen. Tijdens de lunch horen we ook hier de Kwartelkoning krexen. De wandeling loopt door een mooie naaldbos en komt uit bij een klein stuwmeer. Hierdoor ontstaat er een snelstromend water. Naast de bosvogels zoals Fluiter, Vink, Zwartkop en Goudhaantje zien we ook de Witte Kwikstaart en zelfs de voor Estland zeldzame Waterspreeuw.

Fluiter

Een Grauwe Fitis liet zich zelfs hier goed horen, gelukkig heeft nu iedereen van de groep deze soort op zijn lijstje staan.  Na deze mooie kloof waar de hele rondwandeling niet een aanrader is (erg ver) vervolgen we onze weg. Het volgende doel zijn de Rapina polders. De Rapina polders zijn in de jaren 50 ontstaan doordat ze een dijk gegraven hadden tussen het enorme meer en de moerassen. Twee kolchozen beheerden in de communistische tijd dit enorme gebied, veelal voor veeteelt, maar ook werden er gewassen verbouwd. Door een Natura-2000 project werden in 2005 1500ha  beschermd. In de herfst trekken hier vele ganzen door , met name Kolganzen. We rijden naar de aanwezige observatietoren (58.147 / 27.500).

Helaas is het erg droog in deze omgeving. Erg veel soorten zien we dan ook niet. Goudplevieren zitten er nog op het veld tezamen met Kieviten. Ver in de verte zien we een Visarend en Zeearend vliegen. We besluiten om naar het Peipsi meer te gaan. Hier staat ook een observatietoren, waarbij je een uitzicht hebt naar Rusland (58.147 / 27.500).

Hier zagen we een Zeearend komend van Rusland, maar ook Dwergmeeuwen, Oeverlopers en natuurlijk de Roodmus. Hoog over kwam een Steenarend, deze was prachtig te volgen.  Roodmussen lieten zicht ook hier weer prachtig zien.

Roodmus

Op de terugweg besloten we nogmaals naar Aardla te gaan, de plek waar we de Schreeuwarenden hadden gezien. Op de doorgaande weg (58.302 / 26.743) zagen we diverse Poelruiters vliegen, helaas te ver voor foto’s. Ook vandaag gaan we met een voldaan gevoel naar ons hotel terug.

Dinsdag 29 mei
Helaas is het einde van deze mooie reis in zicht. Ons doel vandaag is om het Endla-reservaat te verkennen. Dit Endla-reservaat is een 7600Ha groot en ligt centraal in Estland, een 20 km van Jogeva. Ook dit reservaat bestaat uit enorme hoogveengebieden, met grote meren zoals het Endlameer, rivieren en uitgestrekte bossen.

Vanuit de parkeerplaats bij Tooma (58.711 / 26.405) vertrekken diverse wandelroutes (6km). We besluiten de 6km route te lopen. Al snel zien we bij een modderplasje diverse Zwaluwen modder pakken. Prachtig gezicht zoals ze dit doen. Een Huiszwaluw alleen modder, terwijl de Boerenzwaluw er plantenmateriaal bij pakt.

Huiszwaluw

Een Putter komt er ook bij, maar dan om te drinken. Onderweg zien we diverse soorten, met opvallend veel Fluiters in het bos. De wandeling door het hoogveen is net als voorgaande wandelingen indrukwekkend, wat een uitgestrekte natuurgebieden heeft Estland toch. De planken paden zijn vaak erg goed bijgehouden.

Bij de eerste observatietoren maken we onze gebruikelijke groepsfoto. Bij het grote meer aangekomen zien we een Zeearend en vele verschillende Libellen die we niet op naam kunnen brengen. Zelfs hier zien we overvliegend een Steenarend. In het riet roept de Roerdomp en zingen diverse Rietzangers. Een zingende Koperwiek brengt ons in verwarring, deze horen we in Nederland niet zingen. In het bos zitten diverse Bonte en Kleine Vliegenvangers, maar ook Zwarte- en Kuifmees. De wandeling is toch verder dan we verwacht hadden, deze 6 km is blijkbaar verdubbeld. Na enige tijd komen we bij de hoge uitkijktoren uit.

Vanuit deze 15 meter hoge toren heb je een mooi overzicht over het meer en het hoogveengebied zeggen mijn collega’s. Hier zien ze o.a. Kraanvogels en Wilde Zwanen. Ik blijf echter met de voeten op vaste grond. Na deze toren wordt het rode pad steeds meer onbegaanbaar, door de modder lopen we door. We zien diverse sporen die wel erg sterk lijken op wolvensporen. Raven alarmeren boven onze hoofd. Uitgeput komen we uiteindelijk bij de auto’s aan. Ik pik nog even een Bosrietzanger in het gras mee, maar dat was de laatste van vandaag.

Bosrietzanger

Velen waren echter al eerder terug en hadden een Kwartelkoning zien lopen! Na deze tocht zijn we huiswaarts gekeerd. Een enkeling is nog naar de visvijvers gegaan voor een laatste blik. Het weer begon ook om te slaan en dit na alle dagen zon.

Woensdag 30 mei
Een wandeling zat er deze ochtend niet in, het regende. Wat hebben we de afgelopen dagen toch een geluk gehad. Want Estland ziet er met regen toch net wat anders uit.

Na de spullen ingepakt te hebben zijn we naar Talinn gereden, waar om half twaalf het vliegtuig vertrok. Estland heeft op velen van ons toch een bijzondere indruk achtergelaten. Enorme uitgestrekte natuurgebieden, waarbij wandelpaden, picknickplaatsen erg goed verzorgt zijn. De mensen zijn er erg behulpzaam en vriendelijk. Voor de vogelsoorten is het wel sprokkelen om ze te vinden. Uiteindelijk hebben we als groep in deze 9 dagen 181 soorten gezien/gehoord.

De groep

Met dank aan Jan Willem Hermans, John Hermans en Peter van de Braak voor de organisatie en verslaglegging.

Plaats reactie