Kenmerken
De Zwarte Spreeuw lijkt erg op de gewone Spreeuw, maar is marginaal groter (ca. 21-23 cm) en heeft een donkerder, olieachtig zwart verenkleed, licht paars of groen-glinsterend bij fel licht, die in het voorjaar en de zomer helemaal zwart is en alleen met heel kleine bleke vlekken in het verenkleed van de winter, gevormd door de bleke punten van de veren. Hij verschilt ook in het hebben van opvallend langere keelveren (twee keer de lengte van die van de gewone spreeuw), welke hij opzet als een ruige 'baard' die vooral duidelijk is wanneer de vogel zingt. De poten zijn felroze. In de zomer is de snavel geel met een blauwachtige basis bij mannetjes en een roze basis bij vrouwtjes; in de winter is hij valer, vaak zwartachtig.
Biotoop
De Zwarte spreeuw gebruikt een breed scala aan biotopen en kan worden gevonden in elke redelijke open omgeving van landbouwgrond en olijfboomgaarden tot menselijke bewoning. De grootste populaties bevinden zich in open, begroeide steeneikenbossen en in stedelijke biotopen zoals op Gibraltar, waar ze zeer algemeen zijn.
Voorkomen
De Zwarte Spreeuw komt voor op het Iberisch schiereiland, Noordwest-Afrika, Zuidelijk Frankrijk en op de eilanden Sicilië, Sardinië en Corsica. Het is grotendeels een standvogel.
Voedsel
Net als zijn familielid de Spreeuw is het een alleseter, die een grote verscheidenheid aan ongewervelde dieren, bessen en door de mens verschafte restjes eet. Hij is gezellig en vormt grote groepen vogels, vaak gemengd met gewone spreeuwen, van maximaal 100.000 in de winter. Welbekend zijn de ongelooflijke mooie groepsvluchten tegen de schemering.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Passeriformes
Familie: Sturnidae
Geslacht: Sturnus
Soort: Sturnus unicolor
