Kenmerken
De Grijze Gors wordt 16 cm lang. Het mannetje heeft kastanje bovendelen, ongestreepte bruine buik, en een bleke grijze kop gemarkeerd met zwarte strepen. Het vrouwtje Grijze Gors is een vale versie van het mannetje, met blekere buik, een grijs-bruine rug en een minder contrasterende kop.
Biotoop
Grijze Gors broedt in de open droge rotsachtige berggebieden van bovengenoemde gebieden.
Voorkomen
De Grijze Gors broedt in een gebied dat zich uitstrekt van Noordwest-Afrika, Zuid-Europa, Turkije, Iran tot in de Himalaya. Het is voornamelijk een standvogel, al trekken de meest noordelijke populaties in de winter naar het zuidelijke gedeelte van het verspreidingsgebied.
Voedsel
Zijn natuurlijke voedsel bestaat uit insecten bij het voeren van de jonge, en daarnaast leeft hij van zaden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Emberizidae
Geslacht: Emberiza
Soort: Emberiza cia
Ondersoorten
E.c. cia: van centraal en zuidelijk Europa tot de Balkan en noordelijk Turkije, noordwestelijk Afrika.
E.c. hordei: van Griekenland via zuidelijk Turkije, zuidwaarts tot Israël en Jordanië.
E.c. prageri: de Kaukasus, zuidelijk Oekraïne, oostelijk Turkije en zuidwestelijk en noordelijk Iran.
E.c. par: van noordoostelijk Iran tot centraal Azië en noordelijk Pakistan.
E.c. stracheyi: van de noordwestelijke Himalaya tot zuidwestelijk Tibet en Nepal.
E.c. flemingorum: centraal Nepal.