
Musduif – Suriname Peperpot 2022
Kenmerken
De Musduif is de kleinste duif van Noord-Amerika en een van de kleinste ter wereld qua gewicht. Deze soort varieert van 15 tot 18cm in grootte. De Musduif heeft een gele snavel met een zwarte punt. Veren rond de snavel zijn roze van kleur. De veren op de kop en de bovenborst hebben een schubachtig uiterlijk. De staartveren zijn erg kort en hebben dezelfde kleur als de rug. Het verenkleed op de rug van de vogel is bruin. De dekveren en vleugelveren zijn ook bruin maar hebben zwarte vlekken erop.
Biotoop
De Musduif leeft in open gebieden met bomen en struiken. Ze zijn ook te vinden in bossen met zandgebieden, landbouwgronden en savannes en in de buurt van menselijke infrastructuur.
Voorkomen
Hij leeft in het zuidelijke puntje van de Verenigde Staten, het grootste deel van Mexico, delen van Midden-Amerika, de Caribische eilanden en het noordwesten van Zuid-Amerika. De Musduif migreert niet.
Voedsel
De Musduif is een grondverzamelaar, als zodanig foerageert het op de grond en voedt zich met vegetatie, zaden en fruit. Hij eet ook insecten en slakken (inclusief de schelpen).
Wetenschappelijk
Musduif,Common Ground Dove,Columbina passerina
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Columbiformes
Familie: Columbidae
Geslacht: Columbina
Soort: Columbina passerina
Ondersoorten
C.p. passerina: zuidoostelijke Verenigde Staten.
C.p. pallescens: van de zuidwestelijke Verenigde Staten tot Guatemala en Belize.
C.p. socorroensis: Socorro (nabij westelijk Mexico).
C.p. neglecta: van Honduras tot Panama.
C.p. bahamensis: de Bahama's en Bermuda.
C.p. exigua: Great Inagua (zuidelijke Bahama's) en Mona (Puerto Rico).
C.p. insularis: Cuba, Hispaniola en de Kaaimaneilanden.
C.p. jamaicensis: Jamaica.
C.p. navassae: Navassa (nabij zuidwestelijk Hispaniola).
C.p. portoricensis: Puerto Rico (uitgezonderd Mona), de Maagdeneilanden (uitgezonderd Saint Croix).
C.p. nigrirostris: Saint Croix en de noordelijke Kleine Antillen.
C.p. trochila: Martinique (Kleine Antillen).
C.p. antillarum: zuidelijke Kleine Antillen.
C.p. albivitta: noordelijk Colombia, noordelijk Venezuela, de Nederlandse Antillen en Trinidad.
C.p. parvula: centraal Colombia.
C.p. nana: westelijk Colombia.
C.p. guitensis: centraal Ecuador.
C.p. griseola: van zuidelijk Venezuela tot de Guiana's en oostelijk Brazilië.