Kenmerken
De Rotszwaluw is 13-15 cm lang en heeft een 32-34,5 cm spanwijdte. Hij heeft asbruine bovendelen, een blekere buik, en hij heeft een breder lichaam, vleugels en staart dan enige andere Europese zwaluwsoort. De staart is kort en recht, met witte vensters op bijna alle veren. De ondervleugel en onderstaartveren zijn donker, de ogen zijn bruin, de kleine snavel is voornamelijk zwart en de poten zijn bruinachtig-roze. De seksen zijn gelijk. Deze soort kan worden onderscheiden van de Oeverzwaluw door zijn grote omvang, de witte vlekken op de staart en het ontbreken van een bruine borstband. Waar het bereik overlapt met dat van een andere Ptyonoprogne soort, de Rotszwaluw is donkerder, bruiner en 15% groter dan de Kaapse Rotszwaluw, en groter en bleker, vooral op haar buik dan de Indische Rotszwaluw. De witte staart plekjes van de Rotszwaluw zijn aanzienlijk groter dan die van zijn familieleden.
Biotoop
Rotszwaluwen broeden op droge, warme en beschutte kliffen in bergachtige gebieden met rotsen en kloven. De typische hoogte is 2,000-2,700m maar broeden gebeurt tot 5.000m in Centraal-Azië.
Voorkomen
De Rotszwaluw broeden in de bergen van Iberia en noordwestelijk Afrika via Zuid-Europa, de Perzische Golf en de Himalaya tot zuidwestelijke en noordoosten van China. Noordelijke populaties zijn trekvogels, Europese vogels overwinteren in Noord-Afrika, Senegal, Ethiopië en de Nijlvallei, en Aziatische broedvogels gaan naar het zuiden van China, het Indische subcontinent en het Midden-Oosten.
Voedsel
De Rotszwaluw voedt zich voornamelijk met insecten gevangen in zijn bek in de vlucht, hoewel het af en toe prooien zal nemen van rotsen, de grond, of een wateroppervlak.
Wetenschappelijk
Rotszwaluw,Crag Martin,Ptyonoprogne rupestris
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Hirundinidae (Zwaluwen)
Geslacht: Ptyonoprogne
Soort: Ptyonoprogne rupestris