Kenmerken
De Jan van Gent is een grote sigaarvormige vogel met lange, smalle vleugels. De volwassenen zijn door formaat, kleur en tekening goed te herkennen. Jonge vogels kunnen op het eerste gezicht op een grote pijlstormvogel lijken, maar zijn te herkennen aan een lange, spitse kop en snavel, spitse staart en karakteristieke bewegingen. Het volwassen uitzicht wordt pas in het vierde tot zesde jaar verkregen. De okergele kop is buiten het broedseizoen bleker. Volwassen dieren zijn circa 90-100 centimeter groot. En kunnen als ze hun vleugel volledig uitstrekken 170-180 cm breed zijn.
Biotoop
Jan van Genten broeden in de zomer op klippen op rotsige eilanden. De dieren overwinteren op zee, soms langs de kust. Net als Noordse stormvogels staan Jan van Genten erom bekend dat ze schepen volgen.
Voorkomen
Jan van Genten komen voor in Noord Amerika en het Palearctische gebied waaronder wordt verstaan Europa, Noord-Azië tot aan de Himalaya, Noord-Afrika en het midden Oosten.
Voedsel
Het sigaarvormige lichaam zorgt ervoor dat ze op een geheel eigen manier kunnen vissen. De vogel maakt op vanaf een hoogte van tussen de 10 en 30 meter boven zee een snelheid van 100 km/h en duikt vervolgens in het water om een vis te vangen. Deze slikt hij onder water in. Het foerageren vind vaak in groepen plaats.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Suliformes
Familie: Sulidae
Geslacht: Morus
Soort: Morus bassanus