Kenmerken
De Humes bladkoning wordt ca. 10 to 11cm groot. Net als de meeste andere Bladkoning soorten heeft hij een groenachtige bovenzijde en een beige onderzijde. Met zijn lange supercilium, kroonstreep en geelgerande tertiale remiges, lijkt het sterk op de gewone Bladkoning. Hij heeft echter slechts één prominente lichte vleugelstreep, slechts een vaag overblijfsel van de tweede kortere vleugelstreep en is over het algemeen valer van kleur. Hij heeft een donkere ondersnavel en donkere poten.
Biotoop
Zijn biotoop bestaat uit lichte of gedeeltelijk open bergbossen van het montane en subalpien niveau. Meestal wordt hij gevonden in naaldbossen van sparren, sparren of dennen; in het noordoosten van het verspreidingsgebied ook in lariksbossen. Pure loofbossen worden zelden geaccepteerd. Steile hellingen met zonnige open plekken en lage groeifasen van bosherstel hebben de voorkeur.
Voorkomen
Humes bladkoning broedt in de bergen van binnen-Azië. Hij migreert na het broedseizoen en overwintert voornamelijk in India. Er worden elk jaar wel enkele vogels in Nederland waargenomen.
Voedsel
Deze vogel leeft van insecten maar kan ook zaad eten.
Wetenschappelijk
Humes bladkoning,Hume's Leaf Warbler,Phylloscopus humei
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Passeriformes
Familie: Phylloscopidae
Geslacht: Phylloscopus
Soort: Phylloscopus humei
Ondersoorten
P.h. humei: Siberische Sajangebergte in zuidwestelijke richting door het Altaigebergte, Tiensjan en Kirgizië,zuidoostelijke richting Himalayagebergte tot aan Bhutan.
P.h. mandellii: Centraal-China.