
Kenmerken
De Schuitbekreiger wordt ca. 54cm groot. Volwassenen zijn lichtgrijs tot wit van kleur, met kastanjekleurige buiken en zwarte flanken. De massieve, brede, schepachtige snavel, die aanleiding geeft tot de naam van deze soort, is voornamelijk zwart. Deze vogel is ook versierd met een kuif waarvan wordt gedacht dat deze wordt gebruikt in partnerattractie omdat deze groter is bij mannetjes. De geslachten zijn vergelijkbaar in uiterlijk, de belangrijkste verschillen zijn dat vrouwtjes iets kleiner zijn, grijzer van uiterlijk en kortere kuiven hebben dan mannetjes. Pas uitgekomen nestvogels hebben een groengele huid, waarvan de bovendelen bedekt zijn met grijze donsveren. Hun bovensnavel is zwart en ze hebben groengele poten.
Biotoop
Het zijn niet-inheemse vogels die de neiging hebben om in seizoensgebonden lagunes en estuaria te leven en in mangroven te nestelen.
Voorkomen
Schuitbekreiger leven wijdverspreid van Mexico tot Peru, Brazilië en het noordoosten van Argentinië.
Voedsel
Het is een nachtjager en slaapt overdag in de schaduw van het bladerdek in bomen. Hij jaagt op vissen, garnalen en ongewervelde waterdieren. Jagen gaat op verschillende manieren, hij loopt langzaam door het water, hij wacht ineengedoken op een prooi of de snavel wordt gebruikt als een soort schep.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Pelecaniformes
Familie: Ardeidae
Geslacht: Cochlearius
Soort: Cochlearius cochlearius
Ondersoorten
C.c. zeledoni: westelijk Mexico.
C.c. phillipsi: oostelijk Mexico en Belize.
C.c. ridgwayi: van zuidelijk Mexico tot Honduras.
C.c. panamensis: Costa Rica en Panama.
C.c. cochlearius: noordelijk en centraal Zuid-Amerika.