Kenmerken
De Indische koël is een grote, langstaartige koekoek van ca. 39 tot 46cm groot. Het mannetje van de nominaat is glanzend blauwachtig zwart, met een lichtgroene grijze snavel. De iris is karmozijnrood en hij heeft grijze poten. Het vrouwtje van de nominaat is bruinig op de kruin en heeft roodbruine strepen op de kop. De rug en bovenzijde zijn donkerbruin met witte en vale vlekken. De onderzijde is witachtig, maar is zwaar gestreept. De andere ondersoorten verschillen in kleur en grootte. De bovenzijde van het verenkleed van jonge vogels lijkt meer op dat van het mannetje en ze hebben een zwarte snavel.
Biotoop
De Indische koël is een vogel van lichte bossen en gecultiveerd gebied.
Voorkomen
Het is een broedvogel in tropisch Zuid-Azië van India, Bangladesh en Sri Lanka tot Zuid-China en de grotere Sunda eilanden. De Aziatische koel is een broedparasiet die zijn eieren legt in de nesten van kraaien en andere gastheren, welke uiteindelijk zijn jongen groot brengen.
Voedsel
Ze voeden zich met de vruchten van de Cascabela thevetia waarvan bekend is dat ze giftig zijn voor zoogdieren.
Wetenschappelijk
Indische koël,Asian Koel,Eudynamys scolopaceus
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Cuculiformes
Familie: Cuculidae
Geslacht: Eudynamys
Soort: Eudynamys scolopaceus
Ondersoorten
E.s. scolopaceus: Nepal, Pakistan, India, Sri Lanka, de Laccadiven en Maldiven.
E.s. chinensis: zuidelijk China en Indochina.
E.s. harterti: Hainan (nabij zuidoostelijk China).
E.s. malayanus: van noordoostelijk India en Bangladesh tot Sumatra, Borneo en de westelijke Kleine Soenda-eilanden.
E.s. mindanensis: van Palawan en de Filipijnen tot de noordelijke Molukken.