Kenmerken
De Geelbuikschoffelsnavel is een kleine, grootkoppige vogel en wordt ca. 9,5 tot 10,2cm groot. Hij heeft een lange, afgeplatte, rechte zwarte snavel. De bovenzijde van de kop is zwart, schaduwend tot donkergrijs op de nek en donker olijfgroen op de rest van de bovenzijde. De meestal gepikte staart is zwart met witte uiteinden en de vleugels zijn zwartachtig met twee gele vleugelbalken en gele randen aan de veren. De onderzijde is volledig geel. Geslachten zijn vergelijkbaar, maar jonge vogels hebben een grijzere bovenkop, lichtbruine vleugelmarkeringen en blekere onderdelen.
Biotoop
Het is een veel voorkomende vogel in tuinen, schaduwrijke plantages, tweede groei en de randen en open plekken van bos, hoewel hij de hele dichte vegetatie van volwassen bossen en ook droge gebieden vermijdt. De Geelbuikschoffelsnavel wordt meestal in paren gezien, maakt snelle zwiepende vluchtjes of zweeft om kleine geleedpotigen van de vegetatie te plukken. Hij kwispelt vaak met zijn staart als het zijwaarts langs takken beweegt.
Voorkomen
Deze vogel komt voor in Midden-Amerika en delen van Zuid-Amerika.
Voedsel
Het is een insecteneter.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Passeriformes
Familie: Tyrannidae
Geslacht: Todirostrum
Soort: Todirostrum cinereum
Ondersoorten
T.c. virididorsale: Veracruz en Oaxaca.
T.c. finitimum: van Chiapas en Tabasco tot noordwestelijk Costa Rica.
T.c. wetmorei: centraal Costa Rica en Panama.
T.c. sclateri: zuidwestelijk Colombia, westelijk Ecuador en noordwestelijk Peru.
T.c. cinereum: Colombia, Venezuela, de Guyana's en noordoostelijk Brazilië.
T.c. peruanum: oostelijk Ecuador en oostelijk Peru.
T.c. coloreum: van noordelijk Bolivia en noordelijk Paraguay tot zuidoostelijk Brazilië en noordoostelijk Argentinië.
T.c. cearae: oostelijk Brazilië.