Kenmerken
De Witrugspecht is de grootste van zijn ras in het westelijke Palearctische gebied. Ze worden ca. 24 tot 26 cm groot en heeft een spanwijdte van ca. 38 tot 40 cm en heeft een verenkleed dat lijkt op die van de Grote bonte specht. De Witrugspecht heeft echter witte strepen over de vleugels in plaats van vlekken, en een witte onderrug. Het mannetje heeft een rode kroon, het vrouwtje een zwarte.
Biotoop
Het is een schaarse vogelsoort, die grote stukken volwassen loofbos met grote hoeveelheden staand en liggend hout nodig heeft.
Voorkomen
Hij leeft in Midden- en Noord-Europa, met een ondersoort in de Balkan en Turkije. Overige ondersoorten leven meer oostwaarts tot aan Korea en Japan.
Voedsel
De Witrugspecht leeft voornamelijk van houtkevers, evenals hun larven, en andere insecten, noten, zaden en bessen.
Wetenschappelijk
Witrugspecht,White-backed woodpecker,Dendrocopos leucotos
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Piciformes
Familie: Picidae
Onderfamilie: Picinae
Geslacht: Dendrocopos
Soort: Dendrocopos leucotos
Ondersoorten
D.l. leucotos: van centraal en noordelijk Europa via centraal Rusland tot zuidoostelijk Siberië en noordoostelijk China.
D.l. uralensis: van het westelijk Oeralgebergte tot het Baikalmeer.
D.l. lilfordi: van zuidelijk Europa tot de Kaukasus.
D.l. tangi: het westelijke deel van Centraal-China.
D.l. subcirris: Hokkaido.
D.l. stejnegeri: noordelijk Honshu.
D.l. namiyei: zuidelijk Honshu, Kyushu en Shikoku.
D.l. takahashii: Ullung-do (nabij Zuid-Korea).
D.l. owstoni: de noordelijke Riukiu-eilanden.
D.l. quelpartensis: Jeju-do (nabij Zuid-Korea).
D.l. fohkiensis: zuidoostelijk China.
D.l. insularis: Taiwan.