
Kenmerken
Volwassen Chinese kraanvogels zijn vernoemd naar het stukje rode blote washuid op de kruin, die tijdens het paarseizoen knalrood wordt. Over het algemeen zijn ze sneeuwwit van kleur met zwart op de flanken van de vleugels. De staartveren zijn wit. De mannetjes zijn zwart op de wangen, keel en nek, terwijl de vrouwtjes op deze plekken parelachtig grijs zijn. De snavel is olijfgroen, de poten zijn leisteen tot grijszwart en de iris is donkerbruin.
Biotoop
Deze soort leeft en broedt in wetlands en in de omgeving van rivieren. Tijdens het overwinteren zijn ze vaak te vinden op rijstvelden, agrarisch gebied en wadgebied.
Voorkomen
De Chinese kraanvogel broedt in het Siberisch Oostelijk Rusland, noordoost China en soms in het noorden van Mongolië. In de herfst migreren ze in groepen naar Korea en oost-centraal China om te overwinteren. In het oostelijk deel van het Japanse eiland Hokkaido leeft ook een populatie vogels welke niet migreert.
Voedsel
De Chinese kraanvogel heeft een uitgebreid dieet en is omnivoor. Ze eten waterplanten, rietknoppen, boekweit, karper, amfibieen, enzv.
Wetenschappelijk
Chinese kraanvogel,Japanse kraanvogel,Mantsjoerijse kraanvogel,Grus japonensis,Red-crowned crane,Grus japonensis
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Gruiformes
Familie: Gruidae
Geslacht: Grus
Soort: Grus japonensis