
Kenmerken
Een Roodkopgier is een grote roofvogel met een spanwijdte van 160-183 cm. Hij wordt ca. 62-81 cm groot. Vogels in de noordelijke grens van het verspreidingsgebied van deze soort zijn gemiddeld groter in omvang dan de Roodkopgier uit de neotropen. Ze vertonen minimaal seksueel dimorfisme; geslachten zijn identiek in verenkleed en in kleuring, en zijn vergelijkbaar in grootte. Het verenpakket is meestal bruinzwart, maar de veren op de vleugels lijken zilvergrijs te zijn. De kop van de volwassene is klein in verhouding tot zijn lichaam en is rood van kleur met weinig tot geen veren. Hij heeft ook een relatief korte, gehaakte, ivoorkleurige snavel. De irissen van de ogen zijn grijsbruin, de poten hebben een roze kleur.
Biotoop
De Roodkopgier is wijdverspreid over open land, subtropische bossen, struikgewas, woestijnen en uitlopers. Hij leeft op weilanden, graslanden en wetlands. Hijwordt meestal aangetroffen in relatief open gebieden die nabijgelegen bossen bieden voor een nest en over het algemeen vermijdt hij gebieden met heel veel bos.
Voorkomen
Hij heeft een groot verspreidingsgebied. Het is de meest voorkomende gier in Noord- en Zuid-Amerika. De wereldpopulatie wordt geschat op 4.500.000 individuen. Hij wordt gevonden in open en semi-open gebieden in heel Amerika, van Zuid-Canada tot Kaap Hoorn. Het is een standvogel in het zuiden van de Verenigde Staten, hoewel noordelijke vogels tot ver in Zuid-Amerika kunnen migreren.
Voedsel
De Roodkopgier voedt zich voornamelijk met een breed scala van aas, van kleine zoogdieren tot grote grazers, geeft de voorkeur aan dieren die onlangs dood zijn gegaan en vermijdt karkassen die het punt van verrotting hebben bereikt. Ze voeden zich af en toe maar echter zelden met plantmateriaal, levende insecten en andere ongewervelden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Accipitriformes
Familie: Cathartidae
Geslacht: Cathartes
Soort: Cathartes aura
Ondersoorten
C.a. aura: van westelijk Noord-Amerika tot Costa Rica en de Grote Antillen.
C.a. jota: de Pacifische kust van Colombia tot Tierra del Fuego en de Falklandeilanden.
C.a. ruficollis: van Panama tot noordelijk Argentinië en oostelijk Brazilië.
C.a. septentrionalis: oostelijk Noord-Amerika.