Kenmerken
De Pluimmeestiran is een kleine vogel, met een gemiddelde grootte van 9,5 tot 11 cm. De lange, terugwijzende kuif is meestal opvallend en wordt vaak in tweeen gesplitst, waardoor de indruk wordt gewekt dat de vogel twee kuiven heeft, hoewel er af en toe een klein stukje wit te voorschijn komt. De kop is geheel zwart met een witte supralorale en postoculaire streep. De iris van de vogel is romig wit tot lichtgeel en de snavel is zwart. De rug van deze Pluimmeestiran is vaal, grijsachtig bruin en de vleugels en staart zijn van een meer donkere tint van deze kleur. [8] De vleugels hebben ook twee smalle witte vleugelbalken, terwijl de buitenste staartveren wit zijn. De keel en de borst zijn wit en bedekt met donkergrijze tot zwarte strepen, die verder uitdunnen langs de borst en langs de flanken. De buik is bleekgeel, die vervaagt naarmate het verenpak meer versleten raakt, terwijl de poten van de vogel zwart zijn. Mannen en poppen lijken qua uiterlijk, hoewel vrouwen meestal kleiner zijn en kleinere kuiven kunnen hebben.
Biotoop
Het voornaamste biotoop bestaat uit bos en de struiken op de hogere bergen. Ondanks deze voorkeur is het een habitat generalist en wordt hij ook aangetroffen in bossen met lage bomen en struiken, de randen van nevelwouden, het bos van Polylepis, borstelige bossen met Chusquea bamboe, vochtige struikgewas, gematigde wouden met droge doornstruiken. Hij lijkt ook terug te keren naar door vuur getroffen gebieden, niet wordt gewacht totdat het gebied volledig is hersteld. Deze Pluimmeestiran wordt het vaakst gevonden tussen 1800 en 3500 meter, hoewel hij kan worden gevonden op zeeniveau in Chili en tot 4.200 meter in de Andes.
Voorkomen
De Pluimmeestiran komt voor in Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Argentinië en Chili.
Voedsel
Hij leeft van insecten maar kan op sommige momenten ook zaden eten.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Passeriformes
Familie: Tyrannidae
Geslacht: Anairetes
Soort: Anairetes parulus
Ondersoorten
A.p. aequatorialis: van Zuid Colombia tot Noord Argentinië.
A.p. patagonicus: Centraal Argentinië.
A.p. parulus: Zuid-Chili en Zuidwest-Argentinië.