Kenmerken
De Magelhaenscholekster wordt ca. 42 en 46 cm groot. De Magelhaenscholekster heeft een lange, oranje snavel, geel ogen, gele oogring en gele poten. De kop, de borst, de rug, de vleugels en de staart zijn zwart en de onderzijde is wit, evenals de veren aan de binnenzijde van de vleugels welke tijdens de vlucht te zien zijn. Hij lijkt veel op de Amerikaanse scholekster (Haematopus palliatus), maar kan worden onderscheiden door de gele washuid rond de gele ogen en daarnaast zijn de witte secundaire veren kenmerkend. Geen enkele andere scholekster heeft deze twee kenmerken.
Biotoop
De Magelhaenscholekster broedt in het binnenland op hooggelegen graslanden, maar leeft buiten het broedseizoen aan de kust. Op de eilanden in het Subantarctisch gebied leeft en broedt hij nabij de kust.
Voorkomen
Deze soort is inheems in de zuidelijke punt van Zuid-Amerika. Het verspreidingsgebied omvat Zuid-Argentinië, Tierra del Fuego en nabijgelegen eilanden en de Falklandeilanden. Hij komt voor op South Georgia en de South Sandwich Eilanden.
Voedsel
Boort met zijn lange snavel naar schelpdieren, maar eet ook krabben, wormen en soms insecten.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Charadriiformes
Familie: Haematopodidae
Geslacht: Haematopus
Soort: Haematopus leucopodus