
Kenmerken
De snor wordt ca. 14 cm groot. Hij kan verward worden qua uiterlijk met de kleine karekiet, maar hij ziet er toch wat anders uit. De snor is geheel bruin, ongestreept, maar heeft een lichte buikzijde. De staart is breed en rond, zijn snavel is iets gekromd. De snor zingt monotoom "rrrrrrr" vanuit de top van een rietstengel.
Biotoop
Grote en kleine rietgebieden langs moerassen en plassen/meren, maar ook in slootkanten. De snor komt plaatselijk voor in Nederland.
Voorkomen
De Snor broedt in gematigd Europa inclusief de Balearische Eilanden, Algerije, Mallorca, Servië, Jordanië, Turkije en Rusland zo ver oostelijk als de rivier de Volga. Hij overwintert in Algerije, Marokko, Soedan en Ethiopië. Het is een plaatselijke zomergast en broedvogel in Nederland en België.
Voedsel
Insecten en andere ongewervelde.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Locustellidae
Geslacht: Locustella
Soort Locustella luscinoides
Ondersoorten
L.l. luscinioides: van Europa tot het Oeralgebergte en de Balkan, noordwestelijk Afrika.
L.l. sarmatica: oostelijk Oekraïne en zuidelijk Europees Rusland.
L.l. fusca: van Turkije en Jordanië tot Kazachstan.