
Kenmerken
Net als de andere soorten piepers zoals de waterpieper, is de graspieper een betrekkelijk onopvallende, slanke vogelsoort, bruin van kleur en met een lange staart. De graspieper heeft een bescheiden formaat: 14,5 cm, 1 cm kleiner dan de waterpieper. De poten zijn licht gekleurd. De graspieper heeft meer contrast en is warmer van tint dan de waterpieper, die erg op de graspieper lijkt.
Biotoop
De graspieper leeft in open landschappen met lage vegetatie. Ze broeden in de noordelijke toendragebieden, op veengronden, heidevelden en natte graslanden. Tijdens de zangvlucht stijgen ze tot grote hoogte op en aan het einde vallen ze als een parachute naar beneden met open vleugels en staart, en landen op stengels van grote planten en op struiken.
Voorkomen
In Nederland en België is de graspieper het hele jaar te zien. In Nederland is het een talrijke broedvogel, doortrekker in grote aantallen en ook overwinteraar in vrij grote aantallen. De graspieper is wijd verspreid door een groot gedeelte van Europa en een stukje Groenland en West Azië. De trekkers migreren naar Afrika.
Voedsel
Zijn voedsel bestaat hoofdzakelijk uit insecten, maar kan ook zaken eten. Hij foerageert op de grond.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Motacillidae (Piepers en kwikstaarten)
Geslacht: Anthus
Soort: Anthus pratensis