Kenmerken
De Oeraluil is een prachtige soort welke een gemiddelde lengte heeft van ca. 50 tot 60cm en een spanwijdte van ca. 110 tot 134cm. Hij heeft een lichtgrijs verenkleed met donkerbruine strepen op de rug, nek en kop, en ook op de borst. Hij heeft een ronde kop met vlakke "gezichtschijven", een oranje gele snavel en kleine zwarte ogen. Hij heeft een lange wigvormige staart welke aan de bovenzijde voorzien van een donkere streep. Sexen zijn qua uiterlijk gelijk. De vlucht lijkt op die van een buizerd.
Biotoop
Hij leeft in de bossen, afhankelijk van de ondersoort vermijdt hij dicht bossen, zeker als deze alleen bestaan uit naaldbomen. In Centraal Europa geeft hij de voorkeur aan loofbossen. Hij broedt in holle boomstammen of nestkasten. Tijdens de broedtijd is deze uil enorm agressief naar indringers in zijn biotoop en zal deze aanvallen.
Voorkomen
De Oeraluil heeft een vrij groot broedgebied in Europa en Azië, van Sakhalin, Japan en Korea in het oosten tot in Scandinavië in het westen. De noordelijke grens ligt op ongeveer 65 graden noorderbreedte en de zuidelijke grens volgt de afbakening van de taiga.
Voedsel
Hij leeft van knaagdieren en middelgrote tot grote vogels zoals gaaien en houtduiven.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Strigiformes (Uilen)
Familie: Strigidae (Uilen)
Geslacht: Strix (Bosuilen)
Soort: Strix uralensis
Ondersoorten
S.u. macroura: centraal en zuidoostelijk Europa.
S.u. liturata: van noordelijk Polen en Scandinavië tot noordwestelijk Rusland.
S.u. uralensis: van oostelijk Europees Rusland tot westelijk Siberië.
S.u. yenisseensis: van centraal en noordoostelijk Siberië tot het noordwestelijk Mongools plateau.
S.u. daurica: van zuidoostelijk en midden-Siberië en noordoostelijk Mongolië tot westelijk en het westen en noorden van Mantsjoerije.
S.u. nikolskii: het zuidoosten van Siberië, Sachalin, noordoostelijk China en Korea.
S.u. japonica: de zuidelijk Koerilen en Hokkaido.
S.u. hondoensis: noordelijk Honshu.
S.u. momiyamae: centraal Honshu.
S.u. fuscescens: westelijk en zuidelijk Honshu.