
Kenmerken
De grauwe klauwier wordt ongeveer 17 cm groot. Het mannetje heeft een grijze kruin en nek, roodbruine bovendelen, zwart masker over het voorhoofd en oorstreek, zwarte slag- en staartpennen, maar staart met witte zijden. De keel is wit, borst en buik zijn roze. Het vrouwtje heeft geen grijze delen en meestal zonder zwart op de kop, maar soms wel met een bruin masker.
Biotoop
De grauwe klauwier leeft in half-open landschap met dicht struikgewas, zoals duinen met verspreide bosjes, weilanden afgezet met heggen en houtwallen, langs bosranden en in moerassen.
Voorkomen
De grauwe klauwier is in Nederland een schaarse broedvogel. Het aantal broedparen is sinds de jaren zeventig van de 20e eeuw achteruit gegaan. Echter worden er weer meer waargenomen door natuurbeheer. In Drenthe en Limburg worden elk jaar broedparen waargenomen. Hij komt in de meeste Europese landen voor en in West Azië.
Voedsel
Hij leeft van grote insecten en kleine dieren zoals muizen en zandhagedissen. Hij jaagt vanaf een observatiepost met voorkeur doornstruiken.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Laniidae (Klauwieren)
Geslacht: Lanius
Soort: Lanius collurio
Ondersoorten
L.c. collurio: Europa tot westelijk Siberië, westelijk Kazachstan en westelijk Turkije.
L.c. kobylini: van zuidoostelijk Europa tot oostelijk Turkije en noordwestelijk Iran.