
Kenmerken
De steenuil is de kleinste uil van Nederland, met een hoogte tussen de 21 en 23 cm. Hij heeft fel gele ogen, is bruin/wit gevlekt, en heeft een platte kop.
Biotoop
Weilanden, bloemenvelden met knotwilgen, oude schuurtjes met een bepaalde rommelige omgeving. De steenuil jaagt op verschillende manieren, vanaf een paaltje of dak loerend, huppelend over de grond of jagend vanuit de vlucht.
Voorkomen
De Steenuil komt voor in de warme delen van Europa, in Azie tot het oosten van Korea en in het noorden van Afrika. In Nederland is het een standvogel en broedvogel.
Voedsel
Muizen, spinnen, wormen, mieren en overige ongewervelde.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Strigiformes (Uilachtigen)
Familie: Strigidae (Uilen)
Geslacht: Athene
Soort: Athene noctua
Ondersoorten
A.n. noctua: van centraal, zuidelijk en zuidoostelijk Europa tot noordwestelijk Rusland.
A.n. bactriana: van Irak en Azerbeidzjan tot Pakistan en noordwestelijk India.
A.n. glaux: van de kust van noordelijk Afrika tot zuidwestelijk Israël.
A.n. impasta: het westelijke deel van Centraal-China.
A.n. indigena: van Roemenië tot Griekenland via Oekraïne en Turkije tot zuidelijk Rusland.
A.n. lilith: van Cyprus, zuidelijk Turkije tot Irak en Sinaï (Egypte).
A.n. ludlowi: de Himalaya.
A.n. orientalis: noordoostelijk Kazachstan en noordwestelijk China.
A.n. plumipes: Mongolië, het zuidelijke deel van Centraal-Siberië en noordoostelijk China.
A.n. saharae: van Marokko tot westelijk Egypte en centraal Arabië.
A.n. somaliensis: oostelijk Ethiopië en Somalië.
A.n. spilogastra: oostelijk Soedan, Eritrea en noordoostelijk Ethiopië.
A.n. vidalii: westelijk Europa.