
Kenmerken
De grauwe gors wordt ca. 18 cm groot. Het mannetje en vrouwtje zijn exact het zelfde qua veren pakket, echter zijn de mannetjes iets groter. Bovenzijde zijn bruine met donkere bestreping. Onderzijde is licht van kleur met bruine bestreping. Op de borst is een kenmerkende vlek zichtbaar. De snavel is geel, hij heeft een kleine snor streep. De zang doet denken aan het gerammel van sleutels, wat de soort de bijnaam de zingende sleutelbos heeft bezorgd.
Biotoop
De Grauwe gors komt voor in open, al dan niet in cultuur gebracht terrein met hier en daar bomen. Door de intensivering van de landbouw ter plaatse neemt de soort in Noordwest Europa snel af. De voornaamste reden daarvoor is het verdwijnen van haar voornaamste voedsel.
Voorkomen
De grauwe gors broedt in Zuid en Centraal Europa, noord Afrika en Azië tot in Kazachstan. Het is voornamelijk een standvogel, hoewel sommige individuen uit de koudere gedeeltes van Centraal-Europa en Azië tijdens de winter naar het zuiden trekken.
Voedsel
Hij leeft van insecten en zaden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Emberizidae (Gorzen)
Geslacht: Miliaria
Soort: Miliaria calandra
Ondersoorten
E.c. calandra: van noordwestelijk Afrika, de Canarische Eilanden en Europa tot Turkije, de Kaukasus en noordelijk Iran.
E.c. buturlini: van het Midden-Oosten tot noordwestelijk China.