
Kenmerken
De Boomleeuwerik is een mooie zangvogel van ongeveer 13 tot 15cm groot. Dit is ca. 20% kleiner als de Veldleeuwerik. Het is een bruine vogel, wat donker aan de bovenzijde en licht aan de onderzijde. Hij heeft een opvallende lichte wenkbrauwstreep die doorloopt tot in de nek. Hij heeft een kuif maar is klein en vaak onopvallend. In de baltsvlucht toont hij zijn korte staart en korte brede vleugels. De staart eindigd met wit randen maar in tegenstelling tot de Veldleeuwerik zijn de zijkanten van de staart en de achterkant de vleugels niet wit gerand.
Biotoop
De Boomleeuwerik leeft in droge, begroeide zandstreken, schrale heidevelden met losse boompjes en boomgroepen, aan de rand van zandverstuivingen en in schrale duinen. Ook treffen we hem aan op kapvlaktes, langs brandgangen en in jonge aanplant van naaldhout. De verhouding tussen de verschillende vegetatie-eenheden luistert nauw, en moet bovendien binnen een aantal opeenvolgende jaren weinig veranderen in het gebied. Spaarzame begroeiing, en een grillige afwisseling van struiken, bomen en structuurrijke randzones zijn favoriet, vooral in combinatie met reliëf in de ondergrond.
Voorkomen
De Boomleeuwerik broedt in het grootste deel van Europa, het Midden-Oosten, Azië en de bergen van Noord-Afrika. Het is voornamelijk een standvogel in het westen van het broedgebied, maar oostelijke populaties van deze zangvogel migreren verder naar het zuiden in de winter, en verblijven in landen aan de Middellandse Zee, de noordrand van Afrika en het Midden-Oosten.
Voedsel
Hun voedsel bestaat uit zaden en insecten.
Wetenschappelijk
Boomleeuwerik,Woodlark,Lullula arborea
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Alaudidae (Leeuweriken)
Geslacht: Lullula
Soort: Lullula arborea
Ondersoorten
L.a. arborea: van noordelijk, westelijk en centraal Europa tot westelijk Rusland en Oekraïne.
L.a. pallida: van zuidelijk Europa en noordwestelijk Afrika via het Midden-Oosten tot Iran en Turkmenistan.