Kenmerken
Het verenkleed van de Zwarte kraai is zwart met een groen of paarse glans, veel groener dan de kleurige glans van een Roek. De snavel en poten zijn ook zwart. Hij kan worden onderscheiden van de raaf door zijn grootte (48-52cm in lengte in vergelijking met een gemiddelde van 63cm bij een Raaf). De snavel van een Kraai ten op zichte van een Roek is dikker en lijkt daardoor korter, en daarnaast is de snavel van een volwassen Roek grijs en kaal. De snavel van een kraai valt op bij alle leeftijden de basis bekleed is met borstelachtige veren.
Biotoop
De Zwarte kraai komt voor in gebieden met parken, bossen, tuinen, en daarnaast kleinschalige akkerbouw gebieden maar ook stedelijk gebied.
Voorkomen
Deze soort komt tot broeden in West- en Centraal-Europa, en in Oost-Azië komt een nauw verwante vorm voor, C. corone orientalis. In het tussenliggende gebied komt de bonte kraai voor die nauw verwant is, en die zowel in het oosten als in het westen van zijn verspreidingsgebied in staat blijkt met de daar voorkomende vorm vruchtbare hybriden te verwekken. Men vermoedt dat de soorten in de laatste ijstijd gescheiden zijn geraakt. Of er wel van aparte soorten mag worden gesproken is onderwerp van discussie.
Voedsel
De Zwarte kraai is één van de meest intelligente vogelsoorten. Het is een alleseter. Hij eet insecten, regenwormen, graan, kleine zoogdieren, amfibieën, restjes eten en kan ook eieren stelen. Kraaien zijn aaseters in de natuur, dat is de reden waarom ze ook de neiging hebben om frequent door mensen bewoonde plaatsen te bezoeken om zich te voeden met hun huishoudelijk afval. Kraaien zullen ook roofvogels lastig vallen of zelfs vossen vanwege hun prooien.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Corvidae (Kraaien)
Geslacht: Corvus
Soort: Corvus corone
Ondersoorten
C. c. corone: westelijk Europa.
C. c. orientalis: centraal en oostelijk Azië.