Kenmerken
De Vink is een veel voorkomende en wijdverspreide kleine zangvogel van ca. 14.5cm groot. Het mannetje is helder gekleurd met een blauw-grijze pet en een roestbruin kleurige buik. Het vrouwtje is veel saaier in kleur, maar beide geslachten hebben twee contrasterende witte vleugelstrepen en witte buitenste staartpennen. Het mannetje heeft een krachtig lied en zingt vanaf open zangposten om een partner aan te trekken.
Biotoop
De Vink broedt in een bosrijke gebieden waar de temperatuur in juli tussen de 12 en 30°C is. Het leefgebied van de vink bestaat uit halfopen cultuurlandschap met middelhoge bomen in loof-, gemengde en naaldbossen, parklandschap en in steden in parken, tuinen en lanen. In streken met weinig oude bomen treffen we ook weinig vinken.
Voorkomen
Het broedgebied van de Vink omvat het noordwesten Afrika, het grootste deel van Europa en strekt zich in oostelijke richting over gematigd Azië naar de rivier de Angara en het zuidelijke uiteinde van het Baikalmeer in Siberië. Er zijn ook een aantal kenmerkende ondersoorten op de Azoren, de Canarische Eilanden en Madeira in de Atlantische Oceaan. Hij heeft de voorkeur voor open bos en foerageert vaak op de grond. Het vrouwtje bouwt een nest met een diepe kom in de vork van een boom. De vink is deels migrant; vogels welke broeden in warmere gebieden zijn standvogels terwijl de vogels die broeden in de koudere noordelijke gebieden migreren voor de winter verder naar het zuiden.
Voedsel
Het belangrijkste voedsel van de Vink zijn zaden, maar in tegenstelling tot de meeste Vinksoorten worden de jongen gevoed met insecten en zullen zij dit tijdens het broedseizoen ook zelf eten.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Fringillidae (Vinkachtigen)
Geslacht: Fringilla
Soort: Fringilla coelebs
Ondersoorten
F.c. gengleri (Britse eilanden)
F.c. coelebs (Coninentaal Europa tot in West-Azië)
F.c. solomkoi (Krim en Zuidwest-Kaukasus)
F.c. balearica (Iberisch schiereiland en de Balearen)
F.c. tyrrhenica (Corsica)
F.c. sarda (Sardinië)
F.c. schiebeli (Zuid-Griekenland, Kreta en West-Turkije)
F.c. syriaca (Cyprus, Zuidoost-Turkije tot in Irak en Jordanië)
F.c. caucasica (Balkan, Noord-Turkije tot Noordwest-Iran)
F.c. alexandrovi (Noord-Iran)
F.c. transcaspia (Noordoost-Iran en Zuidwest-Turkmenistan)
F.c. africana (Marokko tot Noordwest-Tunesië en Noordoost-Libië) ("Afrikaanse vink")
[singlepic id=6312 w=500 h=350 float=center]
F.c. spodiogenys (Oost-Tunesië en Noordwest-Libië)
F.c. moreletti (Azoren)
F.c. maderensis (Madeira)
F.c. canariensis (Canarische eilanden minus Hierro en La Palma)
F.c. ombriosa (Hierro)
F.c. palmae (La Palma)