Kenmerken
Rotganzen zijn vrij donkere bijna zwart-witte vogels. Het is een kleine gans, ongeveer 60 centimeter lang met een korte, stompe bek. De onderkant van de staart is puur wit en de bovenkant is zwart en erg kort (het kortst van alle ganzen). In Nederland kunnen we 3 verschillende types tegenkomen, namelijk de gewone Rotgans, de Witbuikrotgans en de Zwarte rotgans. De laatste twee zijn redelijk zeldzaam in ons land. De normale Rotgans (Branta bernicla) zijn de Rotganzen met een donkere buik. De Witbuikrotgans (Branta hrota) zijn de rotganzen met een bleke buik. De Zwarte rotgans (Branta nigricans) zijn de zwart en grijze rotganzen.
Biotoop
De rotganzen broeden op toendra's gebieden en trekken na het broedseizoen naar de overwinteringsgebieden zoals hieronder beschreven. Hier zijn ze vaak te vinden in de nabijheid van de kust.
Voorkomen
De Rotgans komt voornamelijk voor in West-Siberië tijdens de zomer en West-Europa in de winter, waarbij de ene helft in Engeland neerstrijkt en de andere helft in het gebied tussen het noorden van Duitsland en het noorden van Frankrijk.
Voedsel
In zijn broedgebied eten voornamelijk mossen, in de overwinteringsgebieden veelal waterplanten, wadplanten en algen.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Anseriformes (Eendvogels)
Familie: Anatidae (Eenden, ganzen en zwanen)
Geslacht: Branta (Zwarte ganzen)
Soort: Branta bernicla
Ondersoorten
B. b. bernicla: broedt in het noordwesten van Europees Rusland en West-Siberië en overwintert in West-Europa.
B. b. hrota (de witbuikrotgans): broedt in Noordoost-Canada, Groenland en Spitsbergen en overwintert in Denemarken, Noordoost-Engeland, Ierland en de Atlantische kust van de V.S.
B. b. nigricans (de zwarte rotgans): broedt in Noordoost-Siberië, Alaska en Noordwest-Canada en overwintert aan de westkust van de Verenigde Staten.