
Kenmerken
De 12 cm lange Oeverzwaluw is bruin van boven, wit van onder met een smalle bruine band op de borst. De snavel is zwart, de poten bruin. Zijn bruine rug, witte keel, het kleine formaat en de snelle schokkerige vlucht onderscheidt hem van andere zwaluwen, zoals bijvoorbeeld de Huiszwaluw (Delichon urbicum), de Klifzwaluw (petrochelidon pyrrhonota) of andere soorten van Riparia.
Biotoop
De Oeverzwaluw leeft in het algemeen in de buurt van water, zoals rivieren, meren of zelfs de oceaan. Ze broedden in kolonies in oeverwanden of bergen van zand/grind. De Oeverzwaluw is vaak de eerste migrerende zwaluw die arriveert (eind maart/begin april) en zijn vaak eind september al weer naar hun winterverblijf vertrokken.
Voorkomen
De Oeverzwaluw migreert tussen de seizoenen. In het broedseizoen vind je hem in vrijwel heel Europa en de mediterrane landen, een deel van Noord-Azië en ook Noord-Amerika. Hij overwintert in oostelijk en zuidelijk Afrika, Zuid-Amerika en Zuid-Azië.
Voedsel
Zijn voedsel bestaat uit kleine insecten, vooral muggen en andere vliegen waarvan hun eerste levensfase in het water begint.
Wetenschappelijk
Oeverzwaluw,Sand Martin,Riparia riparia
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Hirundinidae (Zwaluwen)
Geslacht: Riparia (Oeverzwaluwen)
Soort: Riparia riparia
Ondersoorten
R.r. riparia: Noord-Amerika, van Europa tot Centraal-Azië.
R.r. innominata: zuidoostelijk Kazachstan.R. r. taczanowskii: van zuidelijk Siberië en centraal Mongolië tot oostelijk Siberië.
R.r. ijimae: Sachalin, de Koerilen en Japan.
R.r. shelleyi: Egypte.
R.r. eilata: zuidwestelijk Azië.