Kenmerken
De strandleeuwerik is een van de mooiste leeuwerik soorten. Zijn gele kop met zwarte snor en baard, en zwarte hoorntjes zijn erg opvallend. De rug is lichtbruin, de vleugel donkerbruin, de buikzijde is licht van kleur. In de overwintering gebieden zijn man en vrouw gelijk, in het broedgebied hebben de mannetjes langere hoorntjes en zijn ze wat groter van formaat.
Biotoop
De strandleeuweriken prefereren een ver uiteenlopend biotoop zoals hieronder aangegeven. In de winter worden ze vaak nabij de kust waargenomen, echter zijn de aantallen niet groot. Vaak worden ze samen gezien met sneeuwgorzen en fraters.
Voorkomen
De strandleeuweriken broeden in weidegebieden met name in de bergstreken van Scandinavische toendra zone. Het verspreidingsgebied loopt tot ver in Siberië. In Zuidoost Europa en het Midden-Oosten, en oostwaarts tot voorbij de Himalaya nestelen strandleeuweriken in bergen tot 5300 meter. Er worden ook broedparen gevonden in de Centraal-Aziatische halfwoestijnen en steppes. De Noordelijke vogels overwinteren aan de kust bij de Noordzee en Oostzee.
Voedsel
Insecten en zaden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Alaudidae (Leeuweriken)
Geslacht: Eremophila
Soort: Eremophila alpestris
Ondersoorten
E.a. arcticola (N- Alaska tot Brits Columbia)
E.a. hoyti (N- Canada)
E.a. alpestris (O-Canada)
E.a. merrilli (Westkust van Canada en VS)
E.a. strigata (Westkust van Canada en VS)
E.a. alpina (Berggebieden in NW-VS)
E.a. lamprochroma (Berggebieden W-VS)
E.a. leucolaema (ZW-Canada tot in VS)
E.a. enthymia (Midden-Canada tot midden-VS)
E.a. praticola (ZO- Canada, NO en O-VS)
E.a. sierrae (Berggebieden in NO-Californië)
E.a. rubea (Midden-Californië)
E.a. utahensis (Berggebieden westen en midden-VS)
E.a. insularis (eilanden voor de kust bij Californië)
E.a. actia (Kustgebergte van Z-Californië en NW-Mexico)
E.a. ammophila (woestijngebieden in ZW-VS)
E.a. leucansiptila (idem met aansluitend NW- Mexico)
E.a. occidentalis (ZW-VS)
E.a. adusta (sZW-VS en N-Mexico)
E.a. enertera (Baja California)
E.a. giraudi (NO-Mexico)
E.a. aphrasta (NW-Mexico)
E.a. lactea (Noord- en Midden-Mexico))
E.a. diaphora (O-Mexico))
E.a. chrysolaema (Mexico)
E.a. oaxacae (Z-Mexico)
E.a. peregrina (Colombia)
Ondersoorten in Eurazië en Noord-Afrika
E.a flava (N- Europa en aansluitend Azië)
E.a. brandti (ZO-Europa tot W-Mongolië en N-China - "steppeleeuwerik")
E.a. atlas (Marokko - "atlasleeuwerik")
E.a. balcanica (Balkan en Griekenland)
E.a. kumerloevei (West en Midden-Klein Azië)
E.a. penicillata (O-Turkije, Kaukasus tot Iran)
E.a. bicornis (Libanon tot grens van Israël met Syrië)
E.a. albigula (NO-Iran en Turkmenistan tot NW-Pakistan)
E.a. argalea (uiterste westen van China)
E.a. teleschowi (W- en midden-China)
E.a. przewalskii (idem)
E.a.l. nigrifrons (idem)
E.a. longirostris (NO-Pakistan en Himalayagebied)
E.a. elwesi (Tibet)
E.a. khamensis (Zuid en midden-China)