
Kenmerken
De Arendbuizerd lijkt op de Ruigpootbuizerd (Buteo lagopus) maar is groter en robuuster. Dit is één van de grootste soorten van Buteo. Lengte van 50 tot 66 cm en spanwijdte 115-160 cm. Vrouwtjes zijn groter dan mannetjes. Er zijn veel verschillende kleurvormen, maar meestal hebben Arendbuizerden een duidelijke oranje tint in het verenkleed en een rood of oranje staart, bleek hoofd en grotendeels witte ondervleugels. Heeft kenmerkende donkere polsvlekken en donkere achterrand van de vleugel, en zeer witte bases op onderzijde van de handpennen. Bij de adulte vorm is de staart vaak ongebandeerd (kan echter heel licht naar voren komen bij overgangskleed) en is licht roodbruin van kleur. De romp en "broek" zijn vaak donker of diep roodbruin. Sommige vormen zijn bijna gelijk aan die van de Steppebuizerd, de oostelijke ondersoort van de Buizerd (Buteo buteo vulpinus), maar Arendbuizerds hebben langere vleugels en lijken meer op een Ruigpootbuizerd. Er zijn ten minste drie verschillende kleurvormen; de lichte (algemeen), roodbruine en donkere vorm.
Biotoop
Zijn leefgebied bestaat uit open, onontgonnen gebieden, met hoge struiken, bomen, rotsen of heuvels.
Voorkomen
Hij leeft in droge open vlaktes van Noord-Afrika, Zuidoost-Europa, West-en Centraal-Azië oost naar China, en over het centrum van India. Recente waarnemingen wijzen erop dat er een kleine populatie leeft in de regio Apulië in het zuidoosten van Italië. Jongere vogels verspreiden zich ten noorden van broedplaatsen en er zijn waarnemingen in Noord-Europa. De broedpopulatie in Griekenland bestaat uit ongeveer 60 paar.
Voedsel
De Arendbuizerd voedt zich vooral met kleine knaagdieren, hoewel het ook hagedissen, slangen, kleine vogels en grote insecten zal nemen.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Accipitriformes
Familie: Accipitridae
Geslacht: Buteo
Soort: Buteo rufinus
Ondersoorten
B.r. rufinus: Griekenland, Roemenië, Zuidoost-Rusland, rond de Zwarte Zee, Klein-Azië en verder tot in Midden-Azië, trekvogel die overwintert in Noordoost-Afrika en in het noorden van India.
B.r. cirtensis: Mauritanië tot in Egypte en op het Arabisch schiereiland, standvogel