Kenmerken
Het winterkoninkje is een klein gedrongen vogeltje van ongeveer tien centimeter met een opgewipt staartje. Deze vogels zijn zeer actief en levendig. Het verenkleed is bruin en lichter bruin gebandeerd. De keel en buikzijde zijn lichter van kleur.
Biotoop
De winterkoning komt overal voor waar dichte begroeiing is zoals braamstruiken, en dichte heggen.
Voorkomen
Algemene standvogel in Nederland en broedvogel. Het Euraziatische winterkoninkje komt voor in Europa en Noord Afrika, in de gordel van Azië van Noord-Iran en Afghanistan tot in Japan. Het zijn trekvogels in alleen de noordelijke delen van zijn bereik.
Voedsel
Voornamelijk insecten en spinnen, maar ook vruchten.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Troglodytidae (Winterkoningen)
Geslacht: Troglodytes
Soort: Troglodytes troglodytes
Ondersoorten
T.t. islandicus: IJsland.
T.t. borealis: de Faeröereilanden.
T.t. zetlandicus: de Shetlandeilanden.
T.t. fridariensis: de Faireilanden bezuiden de Shetland-eilanden.
T.t. hirtensis: Saint Kilda (de buitenste Hebriden nabij westelijk Schotland).
T.t. hebridensis: de buitenste Hebriden behalve Saint Kilda.
T.t. indigenus: Ierland en Brittannië.
T.t. troglodytes: het grootste gedeelte van het Europese vasteland.
T.t. kabylorum: noordwestelijk Afrika, de Balearen en zuidelijk Spanje.
T.t. koenigi: Corsica en Sardinië.
T.t. juniperi: noordoostelijk Libië.
T.t. cypriotes: van Cyprus, westelijk en zuidelijk Turkije tot noordelijk Israël.
T.t. hyrcanus: het Krimschiereiland, noordelijk Turkije, de Kaukasus en noordelijk Iran.
T.t. zagrossiensis: westelijk Iran.
T.t. tianschanicus: van noordoostelijk Afghanistan tot de bergen van centraal Azië.
T.t. subpallidus: van noordoostelijk Iran tot zuidelijk Oezbekistan en noordwestelijk Afghanistan.
T.t. magrathi: zuidoostelijk Afghanistan en westelijk Pakistan.
T.t. neglectus: de westelijke Himalaya.
T.t. nipalensis: de centrale en oostelijke Himalaya.
T.t. idius: het noordelijke deel van Centraal-China.
T.t. szetschuanus: het westelijke deel van Centraal-China.
T.t. talifuensis: zuidelijk China en noordoostelijk Myanmar.
T.t. dauricus: zuidoostelijk Siberië, noordoostelijk China, Korea en het eiland Tsushima.
T.t. pallescens: Kamtsjatka en de Komandorski-eilanden.
T.t. kurilensis: de noordelijke Koerilen.
T.t. fumigatus: de zuidelijke Koerilen, Sachalin en Japan.
T.t. mosukei: de Izu-eilanden.
T.t. ogawae: Yakushima en Tanegashima.
T.t. taivanus: Taiwan.