
Kenmerken
Het volwassen verenkleed van de Aasgier is wit met zwarte slagpennen in de vleugels. Het witte verenkleed is echter meestal vervuild wat blijkt te wijten aan de eetgewoonten van de vogels. De snavel is slank en lang en het uiteinde van de bovensnavel is zwart. Het neusgat is een langwerpige horizontale spleet. De veren op de hals zijn lang en vormen een kuif. De staart is wigvormig. De klauwen zijn lang en recht waarbij de 3de en 4de tenen iets van zwemvliezen aan de basis hebben. De washuid van het gezicht is geel. Jonge vogels zijn zwartachtig of chocolade bruin met zwarte en witte vlekken. De volwassen Aasgier wordt ca. 47-70 cm groot.
Biotoop
Hun leefgebied bestaat vooral uit de droge vlaktes en nestelen vooral in droge en rotsachtige heuvelgebieden.
Voorkomen
De Aasgier is wijd verspreid in Zuidwest-Europa en Noord-Afrika naar Zuid-Azië.
Voedsel
Deze soort wordt vaak gezien in stijgende thermiek, vaak met andere aaseters. Ze voeden zich met een scala aan gerechten, waaronder zoogdieren poep (vaak van schapen en koeien), insecten in mest, kadavers en plantaardig materiaal en soms ook kleine levende prooien. Studies suggereren dat het eten van zoogdieren poep helpt bij het verkrijgen van carotenoïde pigmenten verantwoordelijk voor het fel gele en oranje gezichtshuid.
Wetenschappelijk
Aasgier,Witte krenggier,Egyptische gier,Egyptian Vulture,Neophron percnopterus
Stam: Chordata (chordadieren)
Klasse: Aves (vogels)
Orde: Accipitriformes
Familie: Accipitridae (Sperwerachtigen)
Geslacht: Neophron
Soort: Neophron percnopterus
Ondersoorten
N.p. ginginianus (Nepal en India)
N.p. majorensis (Canarische Eilanden)
N.p. percnopterus (Zuid-Europa, Nabije Oosten, Afrika)