Kenmerken
Hij wordt 10-13cm in lengte met een lange, smalle, gerafelde staart. De staart staat vaak rechtop of beweegt van links naar rechts. De bovendelen zijn grijs-bruin met lichtbruine randen aan de slagpennen en een roodbruine tint aan de stuit. De keel en borst zijn witachtig, terwijl de flanken warm beige zijn. Er is een witachtige streep over het oog. De staartveren hebben een witte tip en een donkere bandering. De seksen zijn gelijk van uiterlijk.
Biotoop
De Roestflankprinia is te vinden onder de struiken en in het gras in een verscheidenheid van habitats waaronder bossen, savanne en gecultiveerde gebieden. Hij past zich goed aan kunstmatige habitats en wordt niet beschouwd als bedreigd.
Voorkomen
De Roestflankprinia is wijdverspreid en algemeen in de meeste delen van Afrika ten zuiden van de Sahara.
Voedsel
Hij voedt zich met insecten en andere ongewervelden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Passeriformes
Familie: Cisticolidae
Geslacht: Prinia
Soort: Prinia subflava
Ondersoorten
P.s. subflava: Mauritanië tot in Ethiopië en Oeganda
P.s. pallescens: Mali tot Eritrea en Ethiopië
P.s. tenella: Somalië, Kenya en Tanzania
P.s. melanorhyncha: Sierra Leone tot Oeganda, Kenya en Tanzania
P.s. graueri: Angola en Congo-Kinshasa en Rwanda
P.s. affinis: Congo tot Tanzania en tot in Zuid-Afrika
P.s. kasokae: Angola en Zambia
P.s. mutatrix: Tanzania tot Zimbabwe en Mozambique
P.s. bechuanae: Angola. Namibië tot Zimbabwe
P.s. pondoensis: Mozambique en Zuid-Afrika