De Poolvos woont in één van de meest koude extremen op aarde. De lichaamseigenschappen om deze koude te overleven zijn de diepe dikke vacht, een systeem van tegenstroom warmte-uitwisseling in de circulatie van de poten om de kerntemperatuur te behouden, en het op peil houden van lichaamsvet. De vos heeft een klein lichaamsoppervlakte in verhouding tot zijn volume. Dit blijkt uit de meestal ronde vorm van het lichaam, korte snuit en korte poten, en korte dikke oren. Door het verminderen van het lichaamsoppervlakte welke is blootgesteld aan de Arctische kou, zal minder warmte uit het lichaam ontsnappen. Door deze evolutionaire aanpassingen laat het hem toe op het ijs te wandelen op zoek naar voedsel. De Poolvos heeft zo’n scherp gehoor dat het precies de positie van de prooi kan lokaliseren onder de sneeuw. Als hij prooi vindt, springt hij omhoog en stort zich in de sneeuw in zijn slachtoffer te vangen. De vacht verandert van kleur met de seizoenen: in de winter is het wit in combinatie met sneeuw, terwijl het in de zomermaanden verandert in bruintinten.
Wetenschappelijk
Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (chordadieren)
Klasse: Mammalia (zoogdieren)
Orde: Carnivora (Roofdieren)
Familie: Canidae (Hondachtigen)
Geslacht: Vulpes
Soort: Vulpes lagopus