
Kenmerken
Deze soort, net als andere bijeneters, is een rijk gekleurde, slanke vogel. Hij is overwegend groen, zijn gezicht heeft een smalle zwarte oogstreep en een geel/bruine keel. De staart is blauw en de snavel is zwart. Hij kan een lengte bereiken van 23 tot 26 cm, met inbegrip van de twee langgerekte centrale staartveren. Beide seksen zijn gelijk.
Biotoop
Dit is een vogel die broedt in sub-tropische open land, zoals landbouwgrond, parken of rijstvelden. Hij wordt het vaakst gezien in de buurt van grote wateroppervlaktes. Deze bijeneters zijn kolonie broeders, nestelen in zanderige oevers of open vlakke gebieden. Ze maken een relatief lange tunnel, waarin de 5 tot 7 bolvormige witte eieren worden gelegd. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke vogels verzorgen de eieren.
Voorkomen
Hij komt voor in het Oriëntaals gebied en Papoea-Nieuw-Guinea.
Voedsel
Net als andere bijeneters eet hij voornamelijk insecten, vooral bijen, wespen en horzels, die in de lucht gevangen worden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (chordadieren)
Klasse: Aves (vogels)
Orde: Coraciiformes (Scharrelaarvogels)
Familie: Meropidae (Bijeneters)
Geslacht: Merops
Soort: Merops philippinus
Ondersoorten
M.p. celebensis: Celebes en Flores.
M.p. javanicus: van India en Sri Lanka tot zuidelijk China en Indochina.
M.p. philippinus: (Op de Filipijnse eilanden Bantayan, Basilan, Bazol, Bohol, Bongao, Cebu, Guimaras, Jolo, Leyte, Luzon, Masbate, Mindanao, Mindoro, Negros, Panay, Pujada, Samar, Sanga Sanga, Sibuyan, Siquijor en Tawi-Tawi).
M.p. salvadorii: Nieuw-Guinea en Nieuw-Brittannië.