
De Noord Amerikaanse Bever is een mysterieus dier welke leeft in Noord Amerika en Canada. Vaak zijn sporen te vinden zoals omgeknaagde bomen en houtwallen in water waardoor waterstromen geblokkeerd worden. Deze bever is het grootste knaagdier van Noord-Amerika en het derde grootste knaagdier ter wereld, na de Zuid-Amerikaanse capybara en de Euraziatische bever. Volwassenen wegen meestal 15 tot 35 kg, en is ongeveer 1 m in de totale lichaamslengte lang. Zeer oude individuen kunnen tot 45kg wegen.
Net als de capybara, is de bever semi-aquatische. De bever heeft veel eigenschappen welke geschikt zijn voor deze levensstijl. Hij heeft een grote platte peddel-vormige staart, en grote achterpoten met zwemvliezen. De voorpoten zijn kleiner, en zijn voorzien van klauwen. De ogen zijn bedekt door een membraan waarmee de bever onderwater kan kijken. De neusgaten en oren worden gesloten wanneer hij onderduikt. Een dikke laag vet onder de huid isoleert de bever tegen het koude water.
De bevervacht bestaat uit lange grove buitenste haren en korte fijne haartjes aan de binnenzijde. De vacht is donkerbruin. Geurklieren in de buurt van de geslachtsdelen scheiden een olieachtige substantie af, die de bever gebruikt om zijn vacht waterdicht te houden.
Bevers zijn vooral ’s nachts actief. Ze zijn uitstekende zwemmers. Ze zijn op het land kwetsbaar waardoor ze de meeste tijd in het water verblijven. Ze kunnen ca. 15 minuten onder water verblijven. Hun plat geschubde staart wordt gebruikt om vet in op te slaan maar ook wanneer gevaar dreigt om op het water te slaan om soortgenoten te waarschuwen.
Ze bouwen hun huizen, of “burchten” van stokken, takken en modder in meren, beken en getijde gebieden. Deze burchten worden vaak aan de rand van oevers in het water gemaakt. De bever staat bekend om de bouw van dammen in rivieren en waterstromen. De ingang zit onderwater zodat predatoren hun burcht niet kan betreden.
De dam is gebouwd met behulp van onderdelen van bladverliezende bomen, vooral berken, espen, wilgen en populieren. De bast, twijgen, scheuten en bladeren van deze bomen zijn ook een belangrijk onderdeel van het dieet van de bever. De bomen worden geveld met behulp van hun sterke snijtanden tanden. Hun voorpoten worden gebruikt voor het graven en het plaatsen van de bouwmaterialen. Sommige onderzoekers hebben aangetoond dat het geluid van stromend water bepaalt wanneer en waar een bever zijn dam bouwt. Hun burchten dragen bij aan het verminderen van bodemerosie en kan dus bijdragen aan het verminderen overstromingen.
De grootste beverdam ooit gevonden is 850 meter lang en werd ontdekt via satelliet beelden in 2007. Het ligt aan de zuidelijke rand van Wood Buffalo National Park in het noorden van Alberta.
Bevers blijven meestal maatje voor het leven. De jonge bevers blijven bij hun ouders voor maximaal twee jaar.
Wetenschappelijk
Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Rodentia (Knaagdieren)
Familie: Castoridae (Bevers)
Geslacht: Castor (Bevers)
Soort: Castor canadensis