Kenmerken
De alpenkauw is een redelijk schuwe vogel welke solitair of in kleine groepen leeft, vaak te vinden nabij de Alpenkraaien. Zijn gele korte snavel en oranje poten zijn kenmerkend voor deze vogel. Het verenpakket is zwart en heeft in de zon een mooie blauwe glans. Hij wordt ca. 36 cm groot.. De alpenkraai is een acrobaat in de lucht waarbij de lange staart en korte vleugels kenmerkend zijn. Het zijn sterke vliegers, die op grote hoogten hun kunsten uithalen: eerst maken ze duizelingwekkende duikvluchten, dan zweven ze weer hele stukken om vervolgens loodrecht naar beneden te storten en vlak voor de rotsbodem terug op te trekken in een steile beklimming. Ze gebruiken de wervelende luchtstromen rond bergtoppen en wanden om in groepsverband deze fascinerende stuntvluchten uit te voeren. Deze vlucht is veel verender dan die van andere zwarte kraaiachtigen. Als ze zich op de grond wagen, lopen en hippen ze. Ze staan bekend als uitdagende vogels en zelfs als dieven.
Biotoop
Het leefgebied van de alpenkauw bestaat uit berggebieden en rotsachtige kustgebieden. Hij broedt in holen in kliffen en rotsen maar ook ruïnes.
Voorkomen
Alpenkauwen broeden uitsluitend in hooggebergte, boven de boomgrens, vanaf minimum 1500 m hoogte in Zuid-Europa (Pyreneeën), Balkan, Alpen en in Centraal-Azië, tot West-China. In zuidelijke richting reikt hun leefgebied tot Noord-Afrika. Ze leven ook alleen maar in dat zelfde hooggebergte, tot aan de sneeuwgrens. Alpenkraaien leven over het algemeen enkele honderd meters lager. Ze zijn zelfs gesignaleerd bij de top van de Mount Everest (meer dan 8000 meter hoog), hoger dan elke andere vogel ooit gepresteerd heeft. ’s Winters daalt hij af naar de dorpen.
Voedsel
Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit insecten en bessen, maar wordt ook als alleseter gezien, daar ze ook voedsel tot zich nemen wat de toerist in de skioorden achterlaat.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Corvidae (Kraaiachtigen)
Geslacht: Pyrrhocorax
Soort: Pyrrhocorax graculus
Ondersoorten
P.g. graculus: van Europa en noordelijk Afrika tot noordelijk Iran.
P.g. digitatus: van zuidoostelijk Turkije tot Libanon, Irak en zuidwestelijk Iran.
P.g. forsythi: Centraal-Azië.