
Kenmerken
De casarca heeft een lengte van 60 tot 70 cm en een vleugelspanwijdte van gemiddeld 120 cm. Daarmee is de casarca iets groter dan een eend, maar kleiner dan de meeste ganzensoorten. Het verenkleed van zowel het mannetje als het vrouwtje in oranjeachtig bruin. De kop van het vrouwtje is iets lichter. Het mannetje heeft in de zomer bovendien een zwarte halsring. De snavel en de poten zijn zwartachtig. De ogen zijn donkerbruin. Een mooie soort, welke ik graag mag zien.
Biotoop
De casarca leeft op meren, moerasgebieden, brak water en rivierdelta's. Aan zee wordt hij weinig waargenomen. De casarca broedt in holen, zoals boomholtes, rotswanden en ruïnes, en legt 6 tot 16 eieren. Jonge vogels lijken op het volwassen vrouwtje, maar hebben vaak een grijze in plaats van witte voorvleugel. Hij wordt ook vaak in gevangenschap gehouden.
Voorkomen
In Europa broedt hij kleinschalig in Griekenland, Bulgarije, Roemenië en Turkije. Verder broedt hij in het Noordoosten van Afrika, Centraal-Azië en het zuidwesten van China, en overwintert in India en Zuidoost-Azië.
Voedsel
De casarca is een omnivoor maar eet vooral plantaardig voedsel. Daarnaast garnalen, kikkervisjes, vis en insecten.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Anseriformes
Familie: Anatidae
Geslacht: Tadorna
Soort: Tadorna ferruginea