
Kenmerken
De grauwe vliegenvanger is een klein bruingrijs zangvogeltje en wordt ca. 14cm groot. De bors en buikzijde zijn licht van kleur, waarbij de borst licht gestreept is. Hij heeft zwarte poten en een zwarte snavel, het oog is voorzien van een lichte oogring.
Biotoop
Grauwe vliegenvangers komen tijdens het broedseizoen in heel Europa voor. Ze broeden in gevarieerde loofbossen, dorpen met oude bomen en kleinschalig agrarisch landschap.
Voorkomen
Het is een trekvogel die overwintert in tropisch Afrika. In Nederland arriveert de grauwe vliegenvangern in april/mei en in oktober zijn ze praktisch weer verdwenen. Ze broeden in een groot deel van Europa en west Azië.
Voedsel
Insecten welke in vlucht gevangen worden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Muscicapidae (Vliegenvangers)
Geslacht: Muscicapa
Soort: Muscicapa striata
Ondersoorten
M.s. striata: van Europa tot westelijk Siberië en noordwestelijk Afrika.
M.s. balearica: de Balearen.
M.s. tyrrhenica: Corsica en Sardinië.
M.s. inexpectata: Het Krimschiereiland.
M.s. neumanni: van de eilanden van de Egeïsche Zee via het Midden-Oosten tot de Kaukasus en noordelijk Iran, ook in centraal Siberië.
M.s. sarudnyi: van oostelijk Iran en Turkmenistan tot de bergen van centraal Azië en noordelijk Pakistan.
M.s. mongola: Mongolië en het zuidelijke deel van Centraal-Siberië.