Kenmerken
De Griel heeft grote, gele ogen en is bruingestreept. Hij heeft een witte band op de vleugels. De onderzijde is licht van kleur. De snavel is geel en heeft een zwart einde.
Biotoop
De Griel leeft op droge steppen waar hij door zijn kleuren vaak niet te zien is. Hij beweegt zich voort over de grond en rent soms hard om zijn prooi te pakken. Bij gevaar duikt hij ineen op de grond.
Voorkomen
Zuid Europa, het Zuiden en Zuidwesten van Azië en Noord Afrika.
Voedsel
Insecten en reptielen.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Charadriiformes (Steltloperachtigen)
Familie: Burhinidae (Grielen)
Geslacht: Burhinus
Soort: Burhinus oedicnemus
Ondersoorten
B.o. oedicnemus (Zuidwest-Europa tot op de Balkan, Oekraïne en Kaukasus)
B.o. distinctus (de westelijke Canarische Eilanden)
B.o. insularum (oostelijke Canarische Eilanden)
B.o. saharae (Noord-Afrika, eilanden in de Middellandse Zee en verder tot in Irak en Iran)
B.o. harterti (West-Kazachstan tot in Pakistan en Noordwest-India)