Kenmerken
De Dwerguil wordt ca. 17 cm groot. Het is de kleinste uil in Europa. In verhouding tot een Steenuil heeft hij een kleinere en rondere kop. De rugzijde is bruin, voorzien van lichte vlekken. De borst- en buikzijde is licht van kleur met bruine strepen. Het gezicht is voorzien van bruine en lichte strepen om de ogen, en heeft lichte wenkbrauwen. De ogen zijn felgeel. Opvallend is het wippen met de staart. De vlucht van deze uil is zoals die van een specht, golvend op en neer.
Biotoop
Naaldbossen met open gebieden, soms afgewisseld met loofbomen, niet dicht begroeide gebieden.
Voorkomen
Noordelijk deel van Europa tot aan Azië. In het middendeel van Europa leeft hij in de berggebieden, vooral in oudere naaldbossen.
Voedsel
Kleine vogels en zoogdieren zoals muizen. Hij jaagt gedeeltelijk overdag in de schemering 's ochtends en 's avonds.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Strigiformes (Uilen)
Familie: Strigidae (Uilen)
Geslacht: Glaucidium (Dwerguilen)
Soort: Glaucidium passerinum