Kenmerken
Het mannetje van de grasmus heeft een blauwgrijze kop en nek, bruine rug en rossige randen aan de vleugeldekveren. Hij heeft bruine lange staart met witte rand. Hij heeft een lichte borst met een roze waas er overheen. Grote ca. tussen de 14 en 15 cm.
Biotoop
Open begroeide gebieden met heggen en struiken, en verspreide bosjes zoals duinen, bosranden e.d.
Voorkomen
Zomergast, en broedvogel in Nederland en België. Verder wijdverspreid van Eurazië tot noordelijk Afrika en Kazachstan.
Voedsel
Voornamelijk insecten maar ook bessen.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Sylviidae (Zangers van de Oude Wereld)
Geslacht: Sylvia
Soort: Sylvia communis
Ondersoorten
S.c. communis: van Europa tot noordelijk Turkije en noordelijk Afrika.
S.c. volgensis: zuidoostelijk Europees Rusland, westelijk Siberië en noordelijk Kazachstan.
S.c. icterops: van centraal Turkije tot Turkmenistan en Iran.
S.c. rubicola: de bergen van centraal Azië.