Kenmerken
De groenling is een zangvogel van de familie der vinkachtigen. Ze worden ca. 14 cm groot. De groenling is bijna volledig groengeel. Ze hebben grijze vleugels met gele en zwarte banen en zwarte vleugeltips. De kop is groen. De bovenzijde groen, de buikzijde is licht gelig groen. Het vrouwtje is minder gekleurd.
Biotoop
Half open landschappen, nooit in dichte bossen te vinden. Komt ook voor in tuinen met voervoorziening in de winter.
Voorkomen
Standvogel en broedvogel in Nederland. Deze vogel is wijdverspreid in heel Europa, Noord-Afrika en Zuid-West-Azië. Het is bijna overal een standvogel, maar sommige noordelijke populaties trekken net voor de winter verder naar het zuiden. De groenling is ook geïntroduceerd in zowel Australië als Nieuw-Zeeland.
Voedsel
Voornamelijk zaden, knoppen en vruchten maar in het broedseizoen ook insecten.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Fringillidae (Vinkachtigen)
Geslacht: Carduelis
Soort: Carduelis chloris
Ondersoorten
C.c. harrisoni: Brittannië (behalve noordelijk Schotland) en Ierland.
C.c. chloris: van noordelijk Schotland, noordelijk en centraal Frankrijk en Noorwegen tot westelijk Siberië.
C.c. muehlei: van Servië en Montenegro tot Moldavië, Bulgarije en Griekenland.
C.c. aurantiiventris: van zuidelijk Spanje via zuidelijk Europa tot westelijk Griekenland.
C.c. madaraszi: Corsica en Sardinië.
C.c. vanmarli: noordwestelijk Spanje, Portugal en noordwestelijk Marokko.
C.c. voousi: centraal Marokko en noordelijk Algerije.
C.c. chlorotica: van het zuidelijke deel van Centraal-Turkije tot noordoostelijk Egypte.
C.c. bilkevitchi: van zuidelijk Oekraïne, de Kaukasus en noordoostelijk Turkije tot noordelijk Iran en zuidwestelijk Turkmenistan.
C.c. turkestanica: van zuidelijk Kazachstan tot [Kirgizië]] en centraal Tadzjikistan.